zaterdag 1 september 2007

01.09.2007: dag 47: Sjarjah-Cochin


De vlucht met AirArabia of de grootste lagekostenmaatschappij van het Midden-Oosten met als zetel de Verenigde Arabische Emiraten verloopt perfect en zonder vertraging. Efficiënt en een splinternieuwe Airbus. Om 2 uur zitten we in de lucht en drie uren later landen we in één van de hoofdsteden van de VAE.
Dat is maar een deel van het lijden: de aansluitende vlucht naar India is pas gepland om 13.20 uur en dat betekent 7 uren wachten in een kille transitzone; er is geen plaats om fatsoenlijk te rusten; enkel ongemakkelijke ijzeren stoelen met telkens een leuning tussenin. Je hebt dus geen mogelijkheid om languit te slapen. Op de grond liggen is hier geen optie: de marmeren vloeren zijn koud door de airconditioning in het gebouw. We zijn allemaal doodmoe. Kristien en Jasmien vleien zich dan toch maar als een hond op enkele sweaters neer in de buurt van het cafeteria. De mannen hangen wat rond te lummelen in de tax-freeshops.
De tijd verstrijkt maar heel langzaam; een broodje, een koffie, een croissant en de krant van Dubai zorgen voor de enige afwisseling.
Om 13 uur is het eindelijk zover en kunnen we inchecken. We vertrekken netjes op tijd voor weer een vlucht van vier uren naar Zuid-India. Mister Bean zorgt voor het enige entertainment in de lucht.
Wat een verschil met het dorre en stoffige Midden-Oosten: je merkt het al in het vliegtuig: beneden slingeren rivieren, het land is weelderig donkergroen begroeid en we zien terug voor het eerst in zes weken het verschijnsel van wolken.
Afhandeling van de grensformaliteiten gebeurt snel en een taxi rijdt ons naar onze Bed and Breakfast in Kochin.
Het contrast met de Arabische landen kan niet groter zijn: weg zijn de zwarte gesluierde vrouwen. Kleuren primeren: grote billboards langs de weg met afbeeldingen van sensuele Indische schonen met lang zwart haar, in kleurrijke sarongs met make-up en juwelen. Ik praat voor het eerst met een vrouw die niet de mijne is als ik de taxi in de luchthaven bestel. Mannen en vrouwen lopen naast elkaar op straat of zitten samen in restaurants. Gedaan met die gescheiden wereld! Jasmien is tevreden met hetgeen ze ziet.
De chauffeur moet wat zoeken en met de hulp van enkele buurtbewoners vinden we “Thomas Inn” ergens in een smal steegje dat uitgeeft op de hoofdweg. Het is een mooi huis met tuintje en met enkele gerieflijke kamers bij Thomas en zijn vrouw.
De Indische keuken wordt direct aangesproken: massala dosa, raita’s, roti’s, heerlijke Indische thee en koffie. Bij het bestellen is het weer even wennen aan het eigenaardige en subtiele knikken van het hoofd: neen knikken betekent ja of ik begrijp het.
Als we uit het restaurant komen regent het een beetje: wat een heerlijkheid: water uit de lucht!

Geen opmerkingen: