donderdag 31 juli 2008

31.07.2008: dag 381: Puerto Iguazu


We schenken ons vandaag een dagje vrijaf. Het hostel met resort-allures heeft alles om een `mens-met-vakantie` onledig bezig te houden: nietsdoen is bij velen de geliefde hoofdactiviteit.
Zelfs op het droge tracht de natuur ons nog eens te verblijden met een extra portie water alsof we dat de vorige dagen nog niet genoeg gezien hebben. Het weer wil niet mee en het blijft ook vandaag somber, kil, zwaar bewolkt met een zuinige zeventien graden. Het zwembad blijft leeg, afgewaaide bladeren drijven in de kuip.
De binnenactiviteiten houden ons een beetje actief en iedereen kan zijn vaardigheden perfectioneren in de nobele kunst van het snookerspel.

woensdag 30 juli 2008

30.07.2008: dag 380: Iguazu (Braziliaanse zijde)










Moet er nog nattigheid zijn ... aan de Braziliaanse kant van de Paranarivier stort er zich nog eens zoveel water in een grondeloze diepte.
Het kost een beetje moeite om aan de overzijde van de rivier te geraken. Vlotte grensformaliteiten, paspoorten met stempels - er resten nog twee blanco pagina´s - en een paar bussen die ons tot aan het bezoekerscentrum aan het Braziliaanse Nationale Park van Iguazu brengen. We merken het meteen in onze portemonnee: Brazilië is de V.S. van Latijns-Amerika en een flink stuk duurder dan Argentinië. Het inkomticket kost bijna het dubbel dan aan de overzijde.
Vanaf het moderne ´bezoekerscentrum´ vertrekken om de tien minuten pendelbussen naar de eerste wandelpaden: no-nonsence en efficiënt, op z´n Amerikaans.
Het weer zit vandaag niet mee; de ochtendnevels veranderen in motregen, geen goed moment om watervallen te bekijken.
Het gedruis en gebulder is al van ver te horen. Aan het koloniale en super-deluxe ´Cataract Hotel´ stappen we af: wandelpaden leiden ons vanaf hier naar de meest spectaculaire uitzichtspunten van Iguazu.
In tegenstelling tot de Argentijnse zijde is het hier erg rustig, slechts enkele wandelaars komen opdagen en trotseren het steeds slechter worden weer. De jungle is volledig intact en het paadje daalt tot het eerste panorama zich tentoon spreidt. Het gedruis en gebulder vermeerdert na iedere bocht en de eerste blik is een onvoorstelbaar schouwspel: het volledige panorama van alle watervallen ontvouwt zich voor onze ogen.
De overvloedige regens van de afgelopen dagen op de verre Braziliaanse plateaus hebben de watertoevoer en de vloed nog eens vergroot.
Het voetpad brengt ons tot akelig hoge uitstekende platforms die ons opnieuw een blik gunnen op een wervelend en kolkende maalstroom. Het bruine water tempeest als een bezetene in de diepte om enkele honderden meters verder te bedaren in een rustig stromende rivier.
Waar de Argentijnse kant van Iguazu ons een intieme blik gunde in de ´Muil van de Duivel´ en een uitgebreid netwerk van voetpaden, toont de Braziliaanse zijde ons eerder een algemeen overzicht van ´s werelds grootste waterspektakel. Aan het einde van het pad kunnen we nog even in een lift die ons een ´bird eye view´ toont van de hele omgeving. Een paar honderd meter verder - aan de overzijde van de rivier - wappert de Argentijnse vlag en zien we de mensen op de passarelle aan het gat waarin alle water wordt weggezogen.
O.K. de foto's tonen veel water maar het is dan ook opwindend water ...
De nevels van de neerslaande watervallen en de droefgeestige motregen onttrekken het zicht en de hele omgeving verdwijnt stilaan in een oorverdovende, grijze ondoordringbare watermassa. We waren nog net op tijd voor het laatste zicht.
We lopen een beetje verkleumd in de regen terug naar het beginpunt. Enkele zeldzame toekans rusten op een tak, tientallen brutale neusbeertjes schuimen als een bende hooligans de vuilnisbakken af op zoek naar lekkers.
Een taxi is even duur als een bus en we laten ons aan de Argentijnse grens afzetten.
Het is grijs en het regent steeds harder. In het hostel is het druk, het loopt weer vol met nieuwe logés. Het zwembad ligt er kil en verlaten bij, de open lounge zit vol en alle biljarttafels zijn bezet.
Het bord warme kippensoep doet goed in deze vochtig tropische kilte, de fles wijn houden we achter de hand tot vanavond. Buiten blijft het een druilerig en sip weertje en zelfs de palmbomen kunnen die de sfeer niet opfleuren...

foto´s volgen

dinsdag 29 juli 2008

29.07.2008: dag 379: Iguazu (Argentijnse zijde)








Tijd voor de 'Grand Finale' en een waardig einde van de 'Groote Reis': de watervallen van Iguazu of in het Indiaans vertaald het 'Grote Water'.
Een taxiritje van een paar minuten brengt ons aan de ingang van het park. Gelegen op de grens met Brazilië zijn ze het meest wervelende natuurwonder van Zuid-Amerika. Rond de watervallen ligt een uitgestrekt regenwoud dat zowel aan de Argentijnse als aan de Braziliaanse kant is beschermd als Nationaal Park. Het is hoogseizoen en de menigte toeristen uit alle delen van de wereld is niet te tellen. Voor de ingang tot het natuurpark staan lange rijen. De prijs van de inkomtickets zijn nog net democratisch.
We gaan meteen voor de hoofdshow: we laten ons met een speelgoedtreintje een kwartiertje rijden door het woud tot aan het punt waar een voetgangersbrug de bezoekers over de Paranarivier brengt tot aan de 'Gargante de Diabolo' of de 'Duivelsmuil'. De verwachtingen zijn hoog gespannen al we de ijzeren passage volgen die over verschillende honderden meters een bijzonder rustig voortkabbelende en brede oerwoudrivier overspant. In de verte klinkt gerommel geraas, nevelwolken verschijnen over het water en op een plaats waar ze niet behoren te zijn.
Dit verwachtten we niet: de rivier is op haar breedst, ze lijkt op een groot en rustig meer: verderop verschijnt een gigantisch gat, een leegte waarin het water plots verdwijnt, alsof een stop uit de aarde is getrokken en een zee van water brullend in een draaikolk verdwijnt in een onzichtbare diepte, alsof de aarde plat is en de zee overloopt ...
Over een breedte van meer dan 2 kilometer stort het water zich met oorverdovend geraas, gekolk en gebrul tientallen meters naar beneden. Witte waternevels slaan uit een onzichtbare diepte terug naar boven en hullen de omgeving in een natte sluier.
De 'Duivelsmuil' is inderdaad een kijk in een hel van miljoenen liters kolkend wit water dat zich op een onzichtbare bodem te pletter stort. Kleine vogels - het lijken zwaluwen - schieten als mini-kamikazepiloten in de mistwolken en verdwijnen in het niets om later weer uit de nevels te verschijnen. Roofvogels drijven hoog in de lucht. De opwaaiende nevels in combinatie met de zon vormen regenbogen in de vurige kleuren: de aarde, het paradijs in haar prilste stadium ...
Tientallen andere cascades vormen bewegende witte gordijnen die zich op verschillende niveaus bevinden en een gigantische muur van neerstortend water vormen: de grootste watervallen met het grootste watervolume ter wereld: we twijfelen er geen seconde aan. Vanop afstand lijkt het alsof een dam overloopt en de vallei in een oogwenk in een zondvloed van water zal verwoesten. Zou zo de aarde zijn ontstaan toe het land zich verhief uit de zee?
Mooi aangelegde paden en brugjes leiden ons voort, ook rolstoelgangers kunnen op vele paden terecht: een eerste circuit gaat naar het onderste niveau van waaruit je een spectaculaire blik hebt naar het neerstortende water boven je hoofd en een ander circuit brengt je naar boven zodat je veilig en toch wat huiverend naar de maalstroom beneden kan staren. De watervallen hebben tot sprekende namen: 'tweelingen, de gezusters' ...
Mensen die nog niet voldoende kick hebben van het louter kijken kunnen voor een handvol euro's de boot in voor een tien minuten durende vaart naar de ingang van de Duivelsmuil. De speedboot - gevuld met een joelend publiek - raast twee keer in de buurt van het bulderende water, maakt nog enkele spectaculaire bochten voor de show en levert de doorweekte passagiers terug af aan de oever. Een nat pak en een verhaal om later aan de kleinkinderen te vertellen ...
We keren terug naar de Duivelsmuil; dit is zo'n ongelooflijk spektakel dat we het voor alle zekerheid een tweede keer willen terugzien nu de zon vanuit een andere hoek schijnt. De zee loopt inderdaad leeg ...
Morgen nog meer neerstortende nattigheid als we de Braziliaanse zijde van de watervallen gaan bekijken.

maandag 28 juli 2008

28.07.2008: dag 378: Posadas - Puerto Iguazu




Muggen op de kamer, vochtige warmte; we zijn het niet meer gewoon, dit zijn opnieuw de tropen. Truien en lange broeken mogen definitief weggeborgen.
We doen het rustig aan vandaag; er rijden constant bussen op de route naar Iguazu. We houden ons klaar voor nog maar eens een lange rit: bijna zes uren tot in het uiterste noordoosten van Argentinië, naar het drielandenpunt of de grenzen van Paraguay, Brazilië en Argentinië en de plaats van het grootste waterspectakel ter wereld: de Iguazuwatervallen.
Gelukkig bieden de Argentijnse bussen alle comfort en is een dergelijke lange reis geen al te vermoeiende opgave. Langs de grens met Paraguay gaat het over een behoorlijk smalle en kaarsrechte weg over berg en dal.
Iguazu is een topbestemming en hotels zijn doorgaans volgeboekt. Onze reservatie in één van de grootste hostels van he land was op zijn plaats. Aan de rand van Puerto Iguazu, in het groen bevindt zich een modern jeugdhotel met alle faciliteiten.
De grote ruimte rond het onthaal is druk. Veel luidruchtig volk is in de weer voor snookertafels, voetbalspelen en een rij computers. Het reisbureau voor krappe beurzen doet blijkbaar goede zaken. Enkel de tv-lounge is nog leeg. In de grote maar nogal lege keuken kunnen de jonge chefs hun kennis tentoon spreiden in het bereiden van spaghetti, eieren bakken of water koken. De top of the bill is het grote zwembad in de tropische tuin. Een aantal gebronsde lijven rusten onder palmbomen in een warm namiddagzonnetje.
De stapelbedden in het krap bemeten kamertje zijn o.k. voor een paar dagen.
Een stadsbus rijdt iedere tien minuten langs het hostel; het centrum van de stad is dus makkelijk bereikbaar voor de dagelijkse inkopen.
Geld afhalen blijft een pijnpunt in Argentinië: het is weer lang zoeken naar een automaat die mijn kaart herkent.
Sander en Ruben hebben de snookertafel ingepalmt, Jasmien gaat vroeg slapen - de missiones vergden blijkbaar veel energie - en wij proberen opnieuw wat warm eten te produceren in een keuken zonder messen, bruikbare potten en ander gerief.

zondag 27 juli 2008

27.07.2008: dag 377: Encarnacion - Posadas








We geven ons een halve dag tijd om de achttiende eeuwse Jezuïetische missiepost van Trinidad te bekijken. Met de bus is het een klein uurtje rijden. Het tropische woud van weleer is gekapt, rest nog een golvend groen landschap met kleine dorpen langs de rechte weg en rode aarde. Van de missie in Trinidad resteert een complex van vervallen gebouwen, enkel de dikke stenen muren en forse pilaren staan nog overeind; de kerk werd nooit helemaal voltooid. De missionarissen hadden het nochtans goed voor met de Indianen; de site geeft een mooi beeld van een utopische wereld: een eiland van vrede en voorspoed, een oase in het woud waar de lokale bevolking toegang kreeg tot een opleiding, medische voorzieningen en bescherming tegen de willekeur van de koloniale heersers. Lang duurde de droom niet: de missiones werden de speelbal tussen Spanje en Portugal die dit grensgebied met elkaar betwistten. De missies werden op bevel van de kerk stopgezet, de paters kregen andere gebieden toegewezen en de gebouwen werden stilaan door de jungle opgeslokt en de Guarani-indianen trokken zich opnieuw terug in het woud.
De vertrekken van de Indianen, een kerkhof, de barokke muren van de kark met typisiche Indiaanse versieringen, een gerestaureerde preekstoel, wijwatervat en enkele beelden van heiligen - het geloof verkondigend met het zwaard in de hand - zijn de enige stille getuigen van een kort maar roemrijk verleden in de vergeten stukje Paraguay. De film ´The Mission´ met Robert de Niro uit 1985 gaf indertijd bekendheid aan een bedenkelijk stuk koloniale geschiedenis in dit deel van Zuid-Amerika.
Donkere wolken verschijnen; er is regen op komst. We verlaten de missiones en keren terug naar Encarnacion; we willen vandaag nog terug in Argentinië slapen. We halen onze rugzakken terug op in ´Viena´: het pension is leeg; zondag is een rustdag, de duer is gesloten en er is niemand thuis. Een flinke duw aan de voordeur geeft toch toegang.
Er rijden om het kwartier shuttlebussen tussen de twee steden. We verteren de laatste paar tienduizend guaranies, laten opnieuw enkele stempeltjes plaatsen in onze paspoorten en in geen tijd staan we terug op Argentijnse bodem aan de overzijde van de rivier.
Zondag, rustdag en dit wordt door Argentijnen stipt opgevolgd. Het tuinstadje met zijn rechte straten in dambordpatroon is stil, weinig verkeer en alle winkels zijn gesloten. Aan de calle Belgrano boekten we een hostel voor deze nacht. We worden vriendelijk ontvangen in een gerenoveerd oud pand. Het ziet er allemaal wat rommelig uit maar het huis straalt warmte en gezelligheid uit. We vinden onze bedden in een smoezelig slaapzaaltje. De veelal Argentijnse gasten zitten met een mate in de hand – een lokaal brouwsel op basis van een plantenmix – voor tv in de gezamenlijke ruimte of kokerellen wat in de keuken.
In het enige winkeltje vinden we proviand voor vanavond.

zaterdag 26 juli 2008

26.07.2008: dag 376: Posadas - Encarnacion

De zon verschijnt als een oranje bol boven het vlakke land, een moerassig gebied, deels met gras en bevolkt door kudden koeien. Dit is de `Chaco`, gaucholand.
Negen uur of een uurtje eerder dan verwacht parkeert de bus aan het perron van de terminal van Posadas. De ochtend is nog kil maar het klimaat is zachter dan enige uren geleden. Met kleine oogjes nuttigen we ontbijt in de cafetaria van het busstation.
In dit grensgebied tussen Argentinia en Paraguay liggen verscheidene overblijfselen van `Missiones`of missies die een beetje - tegen de wil van de Spaanse kroon - in de achttiende eeuw door Spaanse Jezuïeten werden opgericht om het lot van de Indianen te verbeteren.
Aan de overzijde van de Paranarivier, op Paraguayaans grondgebied ligt het plaatsje Trinidad met enkele gerestaureerde missiekerken, aan de Argentijnse zijde zijn er eveneens restanten. Beide sites zijn door de Unesco als Werelderfgoed geklasseerd: we kunnen hier dus niet zomaar aan voorbij gaan, vooral na het bekijken van de gelauwerde film `The Mission` van Roland Joffe.
We kiezen eerst voor de overzijde van de rivier en dat betekent een extra busritje van een uur naar Paraguay. Een soort `vriendschapsbrug` verbindt de twee steden: Posadas aan de ene zijde met Encarnacion aan de overzijde. Grensformaliteiten verlopen snel. In Paraguay ontvangen we een vuurrode stempel in ons paspoort. De bus wacht de passagiers op en rijdt ons helemaal tot in het centrum van Encarnacion: we zijn in Paraguay. Het kleine stadje is geen partij voor haar Argentijnse overbuur die met hoge torengebouwen aan de overzijde de omgeving domineert.
Paraguay bezit sinds jaar en dag de dubieuze reputatie als de staat van rechtse dictators, vluchthaven voor nazi`s, gokparadijs, witwasland, smokkelhaven en deze sfeer worden we meteen gewaar als we op zoek gaan naar een onderkomen voor één nacht.
De weg vanaf de rivier naar het hoger gelegen centrum bestaat uit winkeltjes die uitpuilen van goedkope kleding, drank, elektronische spullen, gsm`s, illegale software en dvd`s, het merendeel van het pikantere type.
Argentijnen komen massaal van de overzijde om hier te shoppen. De `peso` is in Encernacion dan ook een algemeen aanvaarde munt en dat rekent ook makkelijker dan de `guaranie` met zijn biljetten van honderduizend.
De eigenares van ons hotel `Vienna` is een hoogbejaard Duits dametje. Zij `wünscht uns eine schöne Spaziergang`. In haar kastlade ligt misschien wel een stapel zwartwitfoto`s van een blonde jonge `Drindle` gearmd met een blauwogige jonge Hauptmann in een vers gestreken bruin uniform. Moet ik straks toch eens navragen of haar fotoalbum in te zien is ...
Op de bieretiketten van de lokale pils staat een `Oberbayern` bierpul afgebeeld en in het restaurant wordt de biefstuk vergezeld van een flinke hoop gele aardappelpuree.
De `Missiones` houden we tegoed voor morgen.
Ik vind eindelijk een nieuwe broek: de enige resterende kan ik `s avonds tegen de muur van de kamer rechtzetten. Jasmien profiteert van deze gebeurtenis en vult haar voorraad aan ...

vrijdag 25 juli 2008

25.07.2008: dag 375: Tucuman - Posadas

In de late nacht wordt het eindelijk rustig als alle jonge gasten, de pingpongers incluis, hun nest in de slaapzaaltjes heeft opgezocht maar het is eveneens snel dag als vroege vertrekkers hun boeltje inpakken en hun reis naar alle windstreken vervolgen.
We hebben tijd vandaag: de marathonrit van achttien uren naar het oosten van het land is voorzien om half vijf. Rustig ontbijten, relaxen voor de tv en wat inkopen voor het middageten.
`FletchaBus` is prima uitgerust op het benedendek met brede en ruime zetels en vooral veel beenruimte, noodzakelijk voor een lange nachtelijke rit, maar voor Sander en mij is dat zelfs een tikje krap.
Een lange rit volgt en het landschap kan voor geen afleiding meer zorgen. Vlakke en open ruimten met nu en dan een saai stadje waar de bus nieuwe passagiers oppikt en aflaadt. Eenmaal donker tikken alle achttien uren traag weg. `Star Wars` houdt onze aandacht en na het avondeten - een bordje met enkele boterhammen - is het slaaptijd. Geen enkele houding is de goede, oranje straatlichten flitsen door spleten tussen de gordijnen, aan ieder dorp met een halte wordt er stilgestaan. Een kleuter op de schoot van zijn moeder hoest de hele nacht de longen uit zijn lijf en houdt iedereen wakker.
`Het eindpunt kan nooit zo interessant zijn als de weg ernaartoe ...` (Zen)

donderdag 24 juli 2008

24.07.2008: dag 374: Cafayate - Tucuman


Er rijden slechts twee bussen naar Tucuman: eentje om zes uur ´s ochtends: uitgesloten na de wijn van gisterenavond; bijgevolg wachten we op de volgende die pas vanavond weer om zes vertrekt. Dit betekent een hele dag tussen wijnkelders en slijterijen maar we laten ons niet meer verleiden en blijven thuis in het zonnige wintertuintje van de heugdherberg.
´Aconquinja´ vertrekt stipt on zes uur: een vijf uur durende lange rit. Het is vroeg donker; we rijden uit de wijnvallei diep naar beneden, een smalle weg met veel bochten. Zand waait op en belemmert het zicht van de chauffeur op de weg.
Nog een ultieme klim en een finale afdaling; we verlaten definitief de Andes. De laatste kilometers zijn een vierbaansweg tot de moderne grootstad Tucuman.
Het gigantische busstation met zijn bijna honderd perrons is grotendeels verlaten. Taxi´s wachten aan de uitgang.
Winkels en restaurants zijn nog steeds open op dit nachtelijke uur. In het hostel ´Backpackers´ - in een prachtig omgevormde herenwoning - is er nog volop leven: de pingpongtafel aan de receptie is nog steeds in gebruik, salsa klinkt door de luidsprekers en in de tv-kamer liggen groepjes jonge gasten in zitzakken languit hun reisverhalen op te dissen.
We zijn moe na de lange avondrit en zoeken de bedden op in onze slaapzaal.
De overige bedden worden stilaan één voor één ingenomen. Het wordt een korte nacht.
Oordopjes bewijzen eens te meer hun waarde: geluiden worden gedempt, enkel het irriterende ´ping ... pong ... ping´ in een verre achtergrond wordt niet helemaal onderdrukt ...

woensdag 23 juli 2008

23.07.2008: dag 373: Cafayate












In de nabije omgeving van cafayate liggen een aantal wijngaarden en boerderijen. Sommige ´chateaus´zijn prachtige landgoederen die al generaties lang excellente wijnen produceren. Aan de rand van Cafayate ligt ´El Esteco´ een statig wit wijngoed midden tussen hectaren druivelaars. Zwermen groene papegaaien hebben hier hun thuis gevonden en kwetteren hoog in de populieren. Hun rondleiding is niet gratis en bijgevolg nemen we een kijkje bij de buren, een minder bekende procucent waar een bezoekje en proeverij is wel voor iedereen vrij is.
Een señorita neemt ons op sleeptouw in het bedrijfje. Vooreerst het museum met oude bronzen en koperen persen, ketels en houten tonnen. Aan de wand hangen vergeelde foto´s van de stichters en de opeenvolgende meesters. Opvallend zijn hun rode neuzen. We proberen het snelle Spaans van de señorita te volgen maar naarmate de uitleg meer technisch wordt, verliezen we onze greep op het ingewikkelde wijnproces. We begrijpen enkel nog hoofdpunten: "... plukken, persen, van witte druiven kun je ook rode wijn kan maken!, in tonnen gieten, regelmatig overpompen, rijpen en iets met temperaturen, op flessen trekken en tenslotte degusteren ..." Dit laatste proces is de eigelijke reden van ons bezoek maar de beleefdheid vereist dat we de señorita haar verhaal laten doen. De drie kleine slokjes witte, roze en rode wijn in de bodega zijn - volgens onze totaal verwoeste smaakpapillen - niet van die aard om meteen enkele kisten in te slaan. De flesetiketten daarentegen zijn opvallend kunstzinnig. We houden het verder bij een galant ´muchas gracias´ en ´hasta luego´ tot het nieuwe seizoen er weer aankomt ...
Namiddag maken we enkele wandelingen in het ontegensprekelijk kleurrijkste landschap op aarde, een sprookjeswereld van kloven, forten in de meest verscheiden tinten; een fantastisch decor voor een verfwinkel. Hier vond Levis dus inspiratie voor zijn ´Colores del Mundo´: het ´warme Havanna´, het ´tropische Kenia´, het ´zuivere Java´ en het ´temperamentvolle Toscane´ ...

dinsdag 22 juli 2008

22.07.2008: dag 372: Cachi - Cafayate









Het trage leven in Cachi is goed voor levensgenietende Argentijnen; onze klok tikt sneller. We huren een auto met chauffeur voor de rit naar Cafayate. Openbaar vervoer is onbestaande op dit moeilijke en veelal onbewoonde traject door de bergen naar de wijnstreek van Argentinië. Iedereen bezit trouwens zijn eigen Renault 6 of Ford Taunus, gloednieuw gekocht op het autosalon van 1973.
Onze ´Kangoo´ trotseert de steenpiste van de ´routa 40´ dwars door de ´badlands´, de woeste en voor de mens onbruikbare gronden van gerafelde of gekartelde bergen en heuvels. Enkel de vallei en het gebied rond de rivier dient voor wat landbouw. Het is winter en droog; paarden grazen in de dorre weiden. De paar dorpjes langs de piste zijn afgesloten van de wereld; er loopt niemand op straat, het klassieke kerkje staat in het midden van het plein: eenvoud siert, tijdloos en klassiek. Binnen is het wit en kil, het koor bestaat uit een magnifiek gouden retabel; een bordje wijst naar een schilderij uit de tijd van de Vlaamse Primitieven.
In een donker hoekje hangt een treurig kijkende ´madonna met kind´.
In de buurt passeren we enkele wijngaarden op een hoogte van tweeduizend driehonderd meter, naar verluid de hoogst gelegen wijngaarden ter wereld. Een strategisch geplaatst eethuisje kondigt de helft van route 40 aan: tijd voor een hapje en een zoetig honingwijntje. Brrr ...
De indrukwekkende ´Quebrada de Fetchas´ volgt: rosrode bergen, machtig en ontoegankelijk, vijandig maar wondermooi. Massieve rotsen door erosie geboetseerd tot scherpe schuine punten steken af in de blauwe lucht.
Het landschap verandert niet meer en stilaan vullen wijngaarden de breder wordende ´Vallei van Calchaquíes´: we naderen Cafayate, een begrip bij wijnkenners.
We passeren enkele grote ´finca´s´ of wijngaarden met wijnkelders. De stokken staan kaal zonder bladeren of vruchten. We voorzien al meteen een bezoekje morgenvoormiddag aan de bodega van ´El Esteco´.
De jeugdherberg aan de rand van het stadje biedt een prima en simpel onderkomen, niet ver van de bodega. We moeten nog even wachten op het onmogelijke openingsuur van de winkels om zes uur. In onze keuken kunnen we enkele Argentijnse steaks preparen vergezeld van een stevige rode Cafayatewijn.

21.07.2008: dag 371: Cachi





Cachi is een flinke stap terug in de tijd, niet alleen omwille van de Spaanse koloniale omgeving maar vooral om het auto´s uit de seventies: ze rijden nog steeds maar hun levensjaren zijn geteld. Ik kan het niet laten er nog enkele te plaatsen ...

zondag 20 juli 2008

20.07.2008: dag 370: Salta - Cachi







´www.hostelworld´ is een betrouwbare online zoekmachine die een reiziger wereldwijd de beste pensions en hostels voorstelt met bedden voor een vriendenprijs. We boeken regelmatig overnachtingen en zijn altijd opgetogen met het resultaat. ´Met ´Corre Caminos´in Salta gaat het echter grondig fout. Dit hotelletje ziet er van buiten erg uitnodigend uit: de inkomhal met Spaans smeedijzer, stucwerk, zwart-wit betegelde vloeren en de professionele ontvangst is onberispelijk. Overdag is het een rustig en gezellig oord met een zitruimte, een snookertafel en een computerhoekje en vooral veel jong volk. De affiche voor de dagelijkse barbecue "All you can Eat and Drink" trekt veel aandacht.
´s Avonds echter is het de speeltuin van het merendeel tieners die de ganse nacht luid schreeuwend, zingend, met de deuren slaand iedereen uit hun slaap houden. In de vroege ochtenduren zoeken ze hun bed op of liggen ze op de grond - sommige halfdronken, snikkend - hun pathetisch levensverhaal te vertellen aan iedereen die het wil horen. De hotelstaf grijpt niet in en laat betijen, ook niet na reclamaties "... The manager is not here ...": onbegrijpelijk; wat een zootje ongeregeld ...
We hadden het al kunnen weten bij het inchecken: lakens van een paar bedden zijn niet ververst, de badkamer is vuil, water loopt over uit de afvoerputjes bij het douchen en zet de vloer onder water.
Het ene bed in de slaapzaal werd overdag door een andere gast gebruikt: kussen en lakens liggen door elkaar.
Als we bij het krieken van de dag onze biezen pakken is het eindelijk stil in huis. Het is nog donker. Straten zijn verlaten. Een politieauto staat stil met zwaailichten; enkele mensen zitten gebogen voor een roerloos lichaam dat languit op de grond ligt; we maken een boogje. Late fuivers keren huiswaarts. De felle oranje lichten van de busterminal zijn een baken in deze verlopen buurt bij het park.
Na een koffie en enkele in de cafetaria van het station is iedereen klaar voor de rit: vier uren tot Cachi, terug naar de bergen.
Bij zonsopgang ontvouwt zich de omgeving: prachtige, in nevels gehulde terracottakleurige rotsen en bronsgroene bergketens. De bus volgt de vallei en de rivier. De weg klimt geleidelijk tot op de tweeduizendvijfhonderd hoge bergrug.
Een lange afdaling van een uur volgt door een heel ander gebied, een nationaal park met hoge cactussen met op de achtergrond de besneeuwde toppen van het Andesmassief.
Cachi is al van ver zichtbaar: een klein wit dorp in de warme kuip van de vallei.
Om elf uur stappen we uit. We kiezen voor een authentiek wit hotelletje in het centrum en vlak aan de bushalte.
Cachi beantwoordt aan het stereotype: sober, strak Spaans-Argentijnse architectuur, kinderkopjes in de straten, de plaza in de lommer van eeuwenoude bomen, het spierwitte kerkje (met een cactushouten plafond), bankjes en terrasjes voor een wijntje met soda: dorpjes voor een lang en eenvoudig leven. Voor ons hoeft het echter maar twee dagen te duren ...
Een heerlijk geur verspreidt zich in de omgeving van het plein: vrouwen bakken in ovens de lokale specialiteit: salteña´s of pasteitjes in de vorm van een half maantje: stukjes vlees, groenten en kruiden in een bruin gebakken deegjasje.
Het simpele middagmaal is gereed in de volksrestaurants; er wordt geserveerd zolang er voorraad is, hoofdgerecht vooraf, soep als afsluiter en begeleid met een litertje lichte witte wijn en evenveel sodawater om te mengen; zo hoort dat in Argentinië.
Rond twee uur gaan alle luiken dicht en de siësta houdt iedereen binnen. Tot vijf uur is het doodstil in het dorp als de plaza stilaan opnieuw tot leven komt. Restaurants houden de deuren nog een paar uur langer gesloten.
Een bezoekje aan het ´archeologische park´ is een blunder: enkele ondergrondse stenen muren. Ruben kan er niet meer om lachen ...