zaterdag 22 september 2007

22.09.2007: dag 68: Hassan-Hampi


Vandaag staat in het teken van transport: we zullen alle facetten van de Indische wegen leren kennen. Driehonderdvijftig kilometer is thuis over de autosnelweg een ritje van enkele uren, maar in India moet je rekenen op een volledige dagreis, als alles goed gaat.
Onze plaatstalen jeeptaxi staat netjes volgens de afspraak om negen uur klaar voor het hotel. We hebben ruim plaats en dat is nodig voor minstens zes uren over Indische wegen.
Het eerste deel gaat nog over een behoorlijk goed stuk weg langs kleine boerendorpjes. De oogst van zonnebloemen wordt binnengehaald. De zwarte bloemkoppen worden uitgespreid over het wegdek zodat auto’s en vrachtwagens erover heen kunnen rijden en als gratis dorsmachine fungeren: de pitten worden uit de bloemkoppen gereden en na enkele uren zijn alle zaden gedorst en worden ze bijeengeveegd en in zakken gedaan.
Op winderige heuvels staan twee windmolenparken met tientallen draaiende molens: India wil de nieuwe technologieën niet missen. Dat geldt evenzeer voor de informatietechnologie: internet is in elke stad voorhanden in openbare internetcafés, plastic geld en bankautomaten zijn zo gewoon als een theestalletje en mobiel telefoneren kan overal.
Na een tijdje versmalt de weg in één enkele rijstrook: het asfalt is verdwenen en wordt vervangen door diepe gaten en kuilen. We geraken maar heel traag vooruit en we moeten telkens naar de kant als vrachtwagens en bussen uit de andere richting alle plaats opeisen.
Voor de ingangsdeur van het restaurant waar we gaan middageten staat een weegschaal met een verwijtend opschrift: “Dou you know how much you weight?” Dat weten we niet, maar het vegetarische Indische dieet zorgt er wel voor dat onze kleren iedere week wat ruimer zitten; regelmatig moeten er wat “neepjes gelegd” worden in de broeken.
Als we eindelijk de hoofdweg Mumbai-Bangalore oprijden wordt het verkeer plots hectisch druk. De weg met twee rijstroken is in slechte staat door het constante zware vrachtverkeer tussen de twee belangrijkste industriesteden van India. Gigantische tientonners geladen met tractoren, machineonderdelen of bromfietsen geproduceerd in Bangalore braken zwarte uitlaatgassen. Gammele trucs met metershoge ladingen: goederen in zakken die met touwen zijn vastgesjord, bussen, tankwagens met propaangas, zwavelzuur of andere chemische producten, auto’s, motorrijders, fietsers, ossenkarren, herders met hun kudde buffels, geiten of schapen, allemaal delen ze dezelfde verkeersader die nog meer dan zevenhonderd kilometer verder loopt dwars door centra van kleine stadjes en dorpen tot de haven van Mumbai. De verkeersstroom is eindeloos. Gelukkig is de snelheid van de vrachtwagens omwille van de slechte weg relatief laag zodat, ingeval van een ongeval de schade beperkt kan zijn. Zo chaotisch het verkeer op de weg is, zo rustig gaat het leven ernaast verder: vrouwen doen de was voor hun huizen, kinderen gaan naar school en de boer werkt op het veld.
Om vijf uur of twee uren langer dan gepland bereiken we eindelijk het magische Hampi. Dit wordt onze standplaats voor de eerstkomende drie dagen. Onze chauffeur rijdt meteen terug naar Hassan, opnieuw dezelfde rit en een stuk door de nacht: zonder rustpauze: totaal onverantwoord maar er is niemand die hier om maalt of een reglement die dat verbiedt …
Ons logement is in het kleine centrum van het dorp, vlak bij de grote ingangspoort tot de tempel: we hebben drie kamertjes nodig om ons vijven te herbergen.
Het wordt al stilaan donker maar de ruïnes, de contouren van de tempels in de omgeving en de vreemde reuzenkeien die overal rondgestrooid lijken zijn nog net te zien.

Geen opmerkingen: