zondag 9 september 2007

09.09.2007: dag 55: Madurai



Om vijf uur in de ochtend worden we door de gangwachter gewekt: Madurai terminus!
Het is nog donker. Een beetje slaapdronken pakken we onze spullen in en volgen we de grote sliert passagiers die de trein verlaten naar de uitgang. Tientallen mensen slapen op de grond op de perrons en voor de ingang van het station.
Met de motortaxi rijden we naar ons hotel vlakbij de grote Sri Meenakshitempel. We rekenen op de dakkamer die volgens de Lonely planet het beste zicht van Madurai op de tempel zou hebben. We hebben geluk: de kamer is inderdaad vrij en het zicht vanaf ons terras op tempelcomplex met de net opkomende zon op de achtergrond is fenomenaal. Voor ons ontvouwt zich de ultieme hindoekitsch: pastelgekleurde gebeeldhouwde figuren van dieren en goden die als een reusachtig stripverhaal op de gopurams of tempeltorens gebeiteld zijn.
De kinderen zijn moe en kregelig: ze hebben voorlopig geen belangstelling voor al dat moois: zij willen douchen en uitslapen. Het ontbijt wordt geserveerd op ons dakterras: heerlijk!
Madurai is een pelgrimstad met alles wat dat met zich meebrengt: veel lawaai en verkeersdrukte, goedkope hotels, internetcafés, kleine winkels met textiel en elektronica, kiosken met thee en snacks en fruit, fietsrishaws, motortaxi’s in kapotte straten met open riolen waar de zakenman en de modale Indiër woont tussen zijn afval, waarin met lompen omhulde bedelaars en koeien - al dan niet met heiligenstatus - snuffelen naar etensresten. De armsten speuren blootsvoets en met zakken op de rug naar recycleerbaar plastic. Geuren van rottend afval mengen zich met aroma’s van zoete gebakjes en koeienvlaaien. Chique airco patisserieën en restaurants staan naast aftandse volkse eethuisjes waar je op een bankje voor een paar cent je maag kunt vullen. Een constante stroom bedevaarders uit alle streken van het land vindt zijn weg naar de grote tempel. De staat Kerala was de gepoetste versie van India; dit is Tamil Nadu: India zoals het is en het laat niemand onberoerd.
In deze chaos kun je verbazend lekker eten: een uitstekende vegetarische maaltijd voor nog geen halve euro bestaande uit rijst en zeven verschillende curry’s, gaande van scherp en pikant tot bitter en suikerzoet, stilt de honger.
De spectaculaire Sri Menaakshitempel is om vier uur open voor toeristen. Hij bestaat uit binnenplaatsen, schrijnen in donkere hallen met grote gedecoreerde pilaren en 12 gedecoreerde gopurams met een hoogte tot 50 meter. We moeten blootsvoets naar binnen. Binnen het complex is het een komen en gaan. Bedevaarders, heilige mannen en kwieten van allerlei pluimage met kleurrijke poederstippen en strepen op het voorhoofd die vreemde rituele gebeden opzeggen, mooi uitgedoste vrouwen overgieten de heilige stier Nandi met flessen melk of fluisteren een wens in zijn oor. Een goed in het vlees zittende levende Nandi moet wel de gelukkigste stier van India zijn: hij krijgt constant bananen en koekjes gevoerd, de beschilderde tempelolifant zegent degenen met een slurfklopje op het hoofd als ze een muntstuk in zijn slurf leggen. Het schrijn met het zilveren tempelbeeld wordt door mannen in de van wierook gevulde tempelgangen op een draagstel rondgedragen, vergezeld van tempeldienaars, trompetgeschal en belgerinkel en gevolgd door luid biddende en zingende bedevaarders. Zij offeren jasmijnbloemen, rieten mandjes met bananen en kokosnoten, talloze olielampjes in aarden schaaltjes verlichten met bloemen versierde beelden van dreigend kijkende Shivabeelden en de vriendelijke Ganesh, de favoriete olifantengod. Dit veelgodendom is een feeëriek schouwspel, tolerant, exotisch, soms grappig en vaak ontroerend mooi. Lourdes op zijn uitbundig Indisch.

Geen opmerkingen: