zondag 2 maart 2008

29.02.2008: dag 228: Labuhanbajo - Lombok



Het wordt stilaan tijd dat we nog eens wat kilometers doen, anders geraken we nooit terug in Bali. Het is nu mooi weer en de zee is rustig. De veerboot naar het eiland Sumbawa vaart iedere morgen uit om acht uur.
We kopen in de haven van Labuhanbajo bij een agent een combinatieticket dat geldig is voor de overzet naar Sape, een minibusje tot Bima en de daaropvolgende nachtbus en een tweede ferry naar Lombok tot de hoofdstad Mataram. Mooi! Als alles goed verloopt zijn we binnen vierentwintig uren in Mataram, erg lang voor nauwelijks driehonderd kilometer in vogelvlucht maar er is geen andere oplossing. In ons vertrouwde restaurantje staat het ontbijt al klaar. Om negen uur vertrekt de ferryboot; we betalen een toeslag voor de gekoelde ‘bisniskelas’. Ons ticketje? Geen zorgen, niet nodig: de officier steekt het geld automatisch in zijn speciaal daartoe voorziene “corruptieborstzakje” ... We kunnen languit in zetels liggen en op tv naar een barslechte Sylvester Stallone kunnen kijken in de nog slechtere film ‘Cobra’. De ferry vordert traag in de kalme kustwateren van de Floreszee. We varen door dezelfde wateren als gisteren maar nu ten noorden van Komodo. Na zeven uren meren we aan in de kleine haven van Sape in het uiterste oosten van Sumbawa. Tientallen touts en chauffeurs dringen zich luidruchtig op en proberen ons naar hun busje te lokken voor de korte rit naar Bima waar de nachtbussen klaar staan. De chauffeur - een compleet gestoord type - maalt de veertig kilometer over de bochtige weg in de heuvels af in een uurtje, constant kijkend naar zijn dashbord waar de gek een videoschermpje heeft gemonteerd waar muziekclips met miserabele Indopop janken. ... Halverwege maak ik ruzie met de begeleider omdat hij onze rugzakken op het dak niet wil vastsjorren; ik haal ze tenslotte van het dak en stouw ze in het busje. Een kindje op de schoot van haar moeder langs mij geeft over op mijn been.
In de rikketikterminal van Bima verwachten we de nachtbus, maar ons ticket blijkt waardeloos als we het kantoortje van de busmaatschappij ‘Septi Jaya’ contacteren; de onderneming is al een tijd bankroet. Het kantoortje is open en er staat een bord op de stoep met de bestemmingen. Het meisje dat nu hoofdzakelijk gsm’s verkoopt weet niet wat ze met ons moet aanvangen en weigert ons geld terug te geven. Men heeft ons een waardeloos ticket aangesmeerd door de een of andere maffia in Labuhanbajo. Er ontstaat een hoogoplopende scheldpartij waarbij meteen alle IndonesiĆ«rs en hun corrupte mentaliteit het moeten ontgelden; tientallen omstaanders verzamelen zich en slaan ons amusant gade. De verkoopster barst in tranen uit ... Daar hebben we dus ook niets meer aan ... Een type uit het publiek bedreigt ons als we niet willen opstappen: hij kent iemand ‘die in het leger is ...’ Ja, nu hebben we pas echt schrik gekregen ... “Lazer op!” Als we de verantwoordelijke van de maatschappij willen spreken verstaat ineens niemand nog Engels. We dreigen met de politie, maar daar is geen mens van onder de indruk. We lopen naar de politiepost waar enkele agenten naar ons verhaal luisteren maar geen enkele hulp wordt geboden; de eigenaar woont ‘ergens’ maar niemand weet ‘waar’. “Sorry can’t help you!” Wij moeten op het gebouw letten ... Stel corrupte nietsnutten!
Er zit niets anders op dan een nieuw biljetje te kopen bij een andere maatschappij in het station. We schaffen ons een vervoersbewijs aan voor de nachtbus van zeven uur. Als we tenslotte vertrekken en ons ticket vergelijken met dat van onze buurman in de bus blijkt dat we weer teveel betaald hebben voor hetzelfde traject. Ziedend van woede tonen we de twee verschillende bedragen die zwart op wit op de tickets staan geschreven in het kantoor. Men negeert ons en zegt zonder verpinken dat het niet waar is dat er twee verschillende bedragen vermeld staan ... Daar valt nu werkelijk onze broek van af! Je voelt je compleet machteloos. Leugens en bedrog zijn zo ingebakken in deze samenleving dat ze de normaalste zaak van de wereld zijn. Dit hebben we nog nergens gezien! Je bent nog maar pas bedrogen en geen seconden later overkomt je exact hetzelfde bij iemand die je “wil helpen”. Je houdt het niet voor mogelijk als even later ook nog de gek van het minibusje zijn vergoeding voor de rit komt opeisen. Weer raken de gemoederen verhit; wij zouden nog eens extra moeten betalen omdat we een ongeldig ticket zouden bezitten waarvoor we al betaald hebben? Een omstaander speelt voor tolk. De man kan zijn vergoeding elders zoeken: “Go to the police, sue us, make a complaint, they can help you .. haha ...”
Uiteindelijk vertrekt de bus. Onze zitplaatsen bevinden zich helemaal achteraan bij het toilet. De aircon is niet voldoende om de warme lucht van de motor te compenseren. Op het tv-scherm en in de luidsprekers klinkt opnieuw karaoke. Dit wordt een lange en oncomfortabele nacht. We zijn allemaal behoorlijk opgefokt door het gebeuren; dat er nu niemand in de komende uren ons een strobreed in de weg komt leggen en vooral geen gesprekje wil voeren rond het thema “And how do you like Indonesian people?”

Geen opmerkingen: