zaterdag 8 maart 2008

06.03.2008: dag 234: Ubud




Ik zit de hele voormiddag in het internetkantoor om de ontbrekende foto’s op de blog te plaatsen. Het duurt allemaal lang omdat het uploaden vreselijk traag is.
’s Middags beginnen de festiviteiten voorafgaand aan de “Stille Dag” of het feest van “Nyepi” van morgen. In de hoofdtempel van Ubud hebben zich honderden Balinezen verzameld voor enkele altaren. Ze zien er piekfijn uit in traditionele kleding: mannen in goudgeborduurde sarong en wit hemd, op het hoofd een kunstig gevouwen doek en een bloem achter het oor. De vrouwen en jonge meisjes zijn elegant in een gekleurde sarong en een fijne witte kanten bloes. Op een verhoogje zitten enkele oude goudgekroonde priesters, zij gaan de ceremonie voor met monotone gezangen en gebeden vergezeld van belgerinkel en gamelanmuziek. Op de grond hebben de gelovigen mandjes met bloemen voor zich liggen. Bloemblaadjes worden tussen de vingers gehouden en met gebogen hoofd en gestrekte armen worden de goden gunstig gestemd en de demonen verjaagd. Rijstkorrels worden op het hoofd en hals gekleefd, gewijd water wordt over hoofden gesprekeld en in de handpalm naar de mond gebracht,
Straks, vanaf zes uur, vertrekt de stoet met de ‘Ogoh-ogoh's’. De monsters en draken op de bamboe draagstellen staan klaar. Vooral kinderen en jongeren verzamelen zich om straks de demonen in stoet naar het voetbalveld te dragen.
We hebben intussen nog wat tijd om de in het water gevallen wandeling van gisteren het hernemen. Op de boerenbuiten zie je pas echt hoe mooi het Bali is met zijn ingenieuze rijstterrassen en klaterende stroompjes water dat alle veldjes overstroomt, Een boer verkoopt ons enkele kokosnoten met een grote inhoud zoet en verfrissend sap. De rijst staat donkergroen en hoog zodat het mooie reflecterende spiegeleffect van het water verdwenen is. Balinese zin voor esthetiek vind je zelfs bij de boeren in de rijstvelden: in ateliers werken schilders, hun kunst staat tentoongesteld tegen de buitenmuren. Er bestaat een heuse ‘Balinese school’ die in een geheel eigen stijl vooral gedetailleerde, naïeve landschappen en dieren produceert. Enkele schilders zijn internationaal bekend geworden. Westerlingen komen in Ubud de knepen van het vak leren.
We zijn net op tijd voor de parade; de dag beleeft zijn apotheose: de eerbied en sereniteit van deze middag maakt plaats voor plezier en gejoel; de kinderen, opgedirkt in de miniversie van hun ouders zijn ongeduldig en opgewonden als het startsein wordt gegeven voor de optocht, Enkele tientallen groepen trekken door de hoofdstraat van Ubud en allen zijn vergezeld van hun eigen gamelanfanfare. Het is karnaval op zijn Balinees. Net zoals thuis rivaliseren de verschillende wijken om de mooiste en de grootste schrikwekkende demon te bouwen; de gedrochten zien er allemaal even fantastisch uit. De Ogoh-ogoh’s zijn de verpersoonlijking van slechte geesten die - als ze straks vernietigd worden – geen slechte invloed meer zullen hebben op de mensen.
In het donker zien de creaturen er beangstigend uit met lichtjes die in duivelse ogen flikkeren. Het is een prachtig spektakel met vuurpijlen, knallende rotjes en ophitsende muziek van drums en gongs. Iedereen heeft plezier en er komt geen druppel alcohol aan te pas, Samen met ons volgen nog enkele honderden toeristen de optocht,
Ja, net zoals in Penang valt er bij hindoes altijd wat te beleven. Tegen achten is de parade ten einde en de Ogoh-ogoh’s worden terug naar hun standplaats gedragen, Later zullen ze verbrand worden.
Morgen is het nieuwjaar en – samen met alle Balinezen – zullen we binnenshuis blijven en ons stilhouden om de boze geesten te misleiden dat er niemand op dit eiland woont.

Geen opmerkingen: