zondag 2 maart 2008

01.03.2008: dag 229: Bima – Gilli Air


De bus zit vol en er zijn geen andere zitplaatsen vrij. Overal steken koppen met hoofddoeken uit boven de hoofdsteunen. We zitten dus vast op onze nummers 32 tot 36 aan de wc. Ook goed ...
De smalle weg is duister is in slechte staat en de bus vordert maar traag. Het is warm achterin en als we vragen om de aircon te verhogen schieten alle Indonesiërs in hun warme jas.
Om één uur stoppen we aan een kaal nachtrestaurant; avondeten: in ruil voor onze maaltijdcoupon krijgen we een bord rijst met bonen en gebakken stukjes kip en een glas water.
Met een slaapkop verorberen we enkele happen. De nachtelijke uren kruipen traag voorbij, de muziek is eindelijk afgezet, we dutten wat maar slapen lukt niet.
Bij dageraad bereiken we eindelijk de westpunt van Sumbawa; Lombok ligt aan de overzijde. De bus parkeert op de ferryboot en na een overtocht van een uurtje rijden we door Lombok van oost naar west. De in nevels gehulde Rinjanivulkaan domineert het hele eiland. Het is druk op de enige hoofdweg van het eiland; kinderen in bruine uniformen lopen tevoet naast de weg naar school. Busjes slalommen gevaarlijk tussen voetgangers en fietsers. Kraampjes openen hun luiken. Mataram: eindelijk! Om acht uur kunnen we onze bagage uit het bagageruim nemen en op terug op zoek gaan naar een bemo voor de laatste kilometers naar de haven voor de boot naar Gilli Air. We zijn moe en we stinken naar vuil en zweet. "Of we misschien geen combinatieticket naar Bali willen kopen ...?" De man heeft onze blik in de ogen begrepen ...
We charteren opnieuw een minibusje na heel wat discussie over de prijs. We willen niet opnieuw in zak gezet worden. Een korte rit brengt ons tot bij het havenplaatsje. We passen net in een paardenkar voor de laatste kilometer tot de kust waar schuiten aangemeerd liggen voor de overtocht naar het eilandje Gilli Air een kilometer of wat verder in zee.
We moeten nog een uurtje wachten vooraleer de publieke sloep volledig is gevuld. Tenslotte varen we het korte stukje naar het eiland in het gezelschap van enkele toeristen en inlanders die voorraden bananen, eieren, zink voor dakbedekking en kisten met groenten meenemen van het vasteland.
Een laatste ritje met de paardenkar langs het hete zandwegje aan het witte zand en een turkooise zee brengt ons tenslotte aan de bungalows ‘Kira Kira’ in een bos van kokospalmen.
Twee ruime bamboe huisjes met houten vloer, een ruime badkamer, een rieten dak, balkon met rotan zetels, handdoeken, wc-papier en prachtige grote bedden. Vooral die bedden zijn nu erg uitnodigend ... Labuhanbanjo is veraf ...
We nemen de rest van de dag vrijaf.

Geen opmerkingen: