vrijdag 14 maart 2008

11.03.2008: dag 239: Ubud – Tirta Gangga




Nog even wat mails checken, het postkantoor bezoeken en bij de ‘geldautomat’ een bundeltje roepis’s afhalen – in Tirta Gangga is er geen van de drie.
We huren voor een keertje een privébusje. Tirta Gangga ligt nogal ver en afgelegen en met publiek vervoer wat moeilijk te bereiken vanuit Ubud. Er is een grote ‘crematieprocessie’ op gang en de weg is deels afgesloten. Overledenen worden meteen en zonder veel poeha begraven. Als de familie voldoende geld heeft gespaard voor de crematie, wordt het lijk terug opgegraven en met groot ceremonieel gecremeerd waarbij de hele familie en dorpsgemeenschap betrokken wordt. De resten van de overledene worden in een stier van papier machier gestopt, naar de verbrandingsplaats gebracht en in een ‘toren’ geplaatst. Deze is meters hoog en telt verschillende verdiepingen al naar gelang de invloed van de overledene en de welstand van zijn familie. De lucifer wordt ontstoken en de toren gaat in de vlammen op. De geest wordt vrijgelaten ...
Onderweg stappen we uit voor een bezoek aan de ‘Goa Lawah’ gelegen aan het zwarte lavastrand. De grot in een bergwand herbergt duizenden bruine vleermuizen, ze hangen ondersteboven in dichte trossen piepend in de gewelven tot tegen de buitenwanden. De Balinezen geloven dat er in de grot een draak huist die de vleermuizen als borrelhapjes beschouwt. Rond de ingang van de grot staat een vanzelfsprekend tempelcomplex en hindoepriesters leiden een gebedsdienst. De tientallen gelovigen zitten in kleermakershouding met voor zich bloemenmandjes en er wordt opnieuw geofferd dat het een lieve lust is.
Na de dienst worden de bloemen uitgestrooid in de zee tegenover de Goa Lawah.
Nog een uurtje verder en we stoppen in Tirta Gangga. We waren hier tien jaar eerder ook en de herinneringen aan dit plaatsje zijn nog zeer levendig. We vinden meteen de weg terug naar ons huisje in de rijstvelden. De vrouw kent ons nog van toen! ‘Good Karma’ heeft zijn naam niet gestolen: twee bungalows in het midden van een groen amfitheater van steile rijstpaddi’s met de grijze Agungvulkaan dreigend nabij. Waterstroompjes kabbelen over de terrassen, en lopen over in de twee vijvertjes voor onze deur.
’s Avonds komt het meisje langs en legt bloemen en wierook voor de deur; de geesten die op de vulkaan wonen zo gunstig gestemd. Zwaluwen en libellen scheren over het veld. Agung hult zich stilaan opnieuw in de wolken. Bali op zijn mooist en het enige dat je moet doen is ernaar kijken vanuit je zeteltje op het terras.

Geen opmerkingen: