zondag 27 april 2008

27.04.2008: dag 286: Datong - Beijing




Het zijn koude nachten in Datong en de temperatuur gaat net niet onder nul: een schrale stofwind fluit op de achtste verdieping van ons hotel, de rode vlaggen wapperen strak met veel lawaai. We gebruiken alle dekens om het warm te krijgen in de kille kamer. Het zicht uit ons raam is behoorlijk indrukwekkend op het grote plein voor het treinstation waar dagelijks duizenden reizigers de weg naar de perrons vinden.
Onze trein naar Beijing vertrekt om negentien na acht. Alle bagage moet door de scanner. De procedure om in te stappen gebeurt weer vanuit een wachtzaal, rustig in de rij en met veel dicipline. Niemand geraakt op het perron zonder geldig kaartje. Tijdens het instappen worden de reizigers door politie en treinbegeleiders nauwkeurig in de gaten gehouden.
We reizen vandaag in de proletarische klasse 'hardseat' of gereserveerde rechte banken met een vrolijk stofovertrekje, tafeltje en witte gordijnen voor de ramen. De ruime wagon is proper met wasbakken en heetwaterpercolators voor degenen die thee willen zetten. Politie reist mee en doet nog een laatste controle en scant sommige passagiers. Per wagon reist een vrouwelijke begeleidster mee die alles netjes houdt, afval ophaalt en tickets controleert. Een strakke organistatie maar bijzonder efficient; de nmbs kan hier wat van leren.
Klokslag negentien na acht sluiten de deuren en vertrekken we voor een vijf uur durende rit naar de hoofdstad en opnieuw schuift hetzelfde saaie en bruine landschap voorbij. Op de akkers is het leven hard en niet veel veranderd in de afgelopen jaren; boeren ploegen in de droge grond met muilezels, armoedige dorpen liggen ver afgelegen in dit onherbergzame en lege land. Je vraagt je af waar die bijna anderhalf miljard Chinezen dan wel wonen.
Het is een indrukwekkende spoorweg met een tientallen tunnels en een nieuwe autoweg die parallel aan het spoor dwars door de schrale bergen een rivierdal volgt. Aan de overzijde van de rivier loopt het tegenoverliggende spoor.
We verlaten de bergen en naderen de voorsteden van Beijing. Enorme industriële terreinen met elektriciteitscentrales, cementfabrieken, staalindustrie en een woud van schoorstenen, koeltorens en bouwkranen. Grijze woonblokken voor de kameraden omgeven de fabrieken. De Borinage in Henegouwen is een luxewijk in vergelijking met deze doffe omgeving.
Het duurt nog een uur vooraleer we eindelijk en stip op tijd, de terminus bereiken: Beijing-West: eindstation, een gigantisch modern station waar duizenden mensen hun weg naar buiten en naar binnen proberen te vinden. Het vervoerbewijs wordt opnieuw gecontroleerd bij de uitgang door de politie. Neen, er zijn geen zwartrijders bij ...
Onze jeugdherberg is gereserveerd maar ligt nog ver in het centrum bij het Tien An Men Plein. Wat een heksenketel; een kat vindt hier nooit meer haar jongen terug. Taxichauffeurs kennen de bestemming niet omdat we de naam van het hostel niet in het Chinees kunnen tonen en weigeren ons mee te nemen: "Mei jouw!", het bussysteem is letterlijk Chinees voor ons: in deze choas geraken we niet verder. Iemand kan dan toch onze bestemming vertalen in Chinese karakters en na nog wat heen en weer zoeken geraken we in de chaos, van de uitgang van het station in twee taxi's waarvan we de chauffeurs op het hart drukken vooral elkaar niet uit het oog te verliezen in de verkeersstroom van Beijing.
Opgelucht vinden we elkaar terug aan de ingang van het 'Qian Men Hostel' op een steenworp van de Verboden Stad en het immense plein ervoor.
De binnenstad is een gigantische bouwwerf; voor bijna ieder gebouw staan stellingen en wordt er afgebroken, gerestaureerd, gemetseld en dreunen drilboren. Alle werken moeten voltooid zijn voor het begin van de Olympische Spelen als Beijing zich aan de wereld presenteert als een modelstad. Het schijnt dat eigenaars verplicht worden om hun oude gevels en gebouwen te restaureren ofwel worden ze door de staat met de grond gelijk gemaakt.
We hebben dringend campingmateriaal nodig voor onze autotocht in de USA binnen drie dagen. In een 'Outdoorwinkel' in één van de grote shoppingstraten in de buurt schaffen we ons twee tenten, slaapzakken en matjes aan. We zijn meteen tien kilo zwaarder bepakt. Op de markt zullen we morgen wel de nodige potten en pannen op de kop kunnen tikken.
En nu hebben we wel een koel biertje verdiend ...

Geen opmerkingen: