dinsdag 8 april 2008

08.04.2008: dag 267: Dali






Chinezen, stenen en beton: een formidabele combinatie: de weg naar Dali is een gladde betonbaan van vijf rijbanen in beide richtingen. Om de weg volledig over te steken moet je dus tien rijstroken passeren; er is nauwelijks verkeer. Een Boeing kan waarschijnlijk landen op de kaarsrechte baan. Idyllische bergpaadjes worden verbreed en met vierkanten plaveien bestraat, afgronden afgeschermd met kilometerslange ijzeren leuningen, drieduizend trappen in natuursteen en brede borders singeren door een dennenbos en overbruggen de duizend meter naar de Zonghe-Si Tempel.
Vandaag maken we een bergtochtje naar de Zonghe-Si. Vanuit het centrum van Dali is het bouwwerk nog net te zien, hoog tegen de flank van de berg en nog net binnen de boomgrens. Het is een beetje zoeken naar het pad dat naar boven leidt. Het is warm. Aan een houten tafeltje zit een in kaki geklede man, de rode vlag wappert. Het inkomticket voor het 'Nationale Park' wordt hier afgeleverd. Het deja-vu-effect met Nepal is frappant, alleen is het hier de legitieme overheid die de toeristen pluimt. Enkele soldaten houden de wacht. Aanstekers verboden! Neen, geen foto's!
We volgen het bospaadje omhoog in een dicht dennenbos. Het pad heeft vertakkingen en waaiert naar alle richtingen. Al gauw verdwalen we in een kerhof met tomben en grafstenen totdat we weer terug op een ezelspad uitkomen. We lopen naar boven, dat zit dus goed. Uit een luidspreker schalt een scherpe vrouwenstem: we naderen de stoeltjeslift naar de tempel. Boven ons glijden geruisloos lege zitjes naar boven. Aan de pylonen van de lift hangen luidsprekers waaruit constant de Chinese stem het onbestaande publiek toespreekt. Na de toespraak volgt een korte pauze met muziek.
Het stoffige pad loopt nu parallel met de lift. We worden verder begeleid door de onzichtbare stem tussen de dennen.
De tempel is klein en onopvallend, de weg erheen is de helft van het plezier ... Achter een altaar kijken minzaam enkele donkere door wierook en kaarsen gebruinde boeddhafiguren. De houten panelen zijn eeuwenoud en met fijn houtsnijwerk bewerkt.
Enkele oude vrouwen wonen in een apart vertrekje naast het gebouw: de consierges, zij onderhouden de tempel. Het is middag en het groepje lepelt rijst en noedelsoep.
Het uitzicht op de wijde omgeving, Dali en het meer beneden is indrukwekkend.
Je kunt hier overnachten in een lodge. Het meisje spreekt Engels en dat treft: kunnen we tenminste eten bestellen: een grote sandwich met kaas.
Het bergpad lijkt hier op een breed fietspad dat horizontaal de bergwand volgt tot in de smalste valleien. Rustbankjes, paviljoentjes op plekjes met panorama's, vuilnisbakken, bordjes met Engelstalige uitleg over de verschillende gesteenten: 'schist' en 'amorf', dat wisten wij nog niet. Allemaal netjes en heel professioneel. Rolstoelgebruikers kunnen hier op bijna drieduizend meter hoogte een bergwandeling maken. Op enkele jonge westerlingen na zijn we alleen.
We kiezen de trappen om opnieuw de duizend meter naar beneden te lopen; een ongelooflijke en nogal zinloos dure constructie van steen en beton door het bos voor de enkele tientallen wandelaars die hier dageljk voorbijkomen.
Beneden ligt een volledig gereconstrueerde middeleeuwse stad met straten, pleinen, paleizen, torens en huizen. Op de wallen wapperen gele vlaggen. De stad fungeert als filmdecor voor de talrijke Chinese Kung-Fu-films die in China heel populair zijn. Een dozijn Chinese tourbussen staan geparkeerd voor de hoofdingang, de gevel van een impressionante stadspoort. Het ziet er allemaal heel degelijk en solide uit, geen karton en hout, maar steen en beton. De ticketcontroleur met helm en zwaard en in een ruim samurai-uniform houdt ons tegen: pas in ruil voor een duur ticket mogen we binnen kijken. Hmm neen, we gaan vandaag niet de Chinese filmindustrie sponsoren met onze bijdrage.
We lopen terug langs de zuidpoort het oude centrum van Dali binnen. Een helder bergriviertje loopt gekanaliseerd in het midden van de straat, dwars door de stad. Rotspartijen, bruggetjes, treurwilgen, het geklater van kleine watervalletjes geven de straat een feestelijk uiterlijk, bewoners zitten op lage stoeltjes langs het stromende water en keuvelen wat.
's Avonds worden de stadspoorten feeeriek verlicht, lopen de buitenterrasjes vol met buitenlandse en Chinese toeristen, papieren rode lantaarntjes verlichten de straten en westerse muziek klinkt uit cafeetjes en restaurants. Drank wordt geserveerd op bierkaartjes met de afbeelding van Mao. De man draait zich om in z'n graf ...

1 opmerking:

Anoniem zei

uw piraat heeft de chinezen ook liggen precies

Hier is nogal wat protest tegen China, uit sympathie met de Tibetanen, men is er zelfs in geslaagd om in Parijs de olympische fakkel te doven ! Maar deCchinezen gaan nu wel praten ( zeggen ze)
Groeten, en hou uw ogen open,
Ria