vrijdag 25 april 2008

25.04.2008: dag 284: Ping'Yao - Datong




Met een elektrisch wagentje naar het busstation van Ping'Yao, dan met de grote bus in twee uren naar de steriele miljoenenstad TaiYuan, even met twee taxi's naar het lange-afstands-busstation, (nog eerst binnenwippen bij Mac voor een snelle hap), vervolgens met de snelle luxebus in vier uur naar Datong, dan met de stadsbus nog even tot aan de straat waar ons gereserveerde hotel ligt, tenslotte verloren lopen omdat we in de verkeerde straat afstapten om uiteindelijk het hotel te vinden aan het treinstation meteen ook de eindhalte van onze stadsbus.
Wat een droeve streek is me dat: droog, dor en bruin, opwaaiend stof en eindeloos uitgestrekt. De heuvels zijn kaal, erosie heeft door de harde wind vrij spel. Er zijn nauwelijks hoge bomen te bespeuren, nergens vliegt er een vogeltje. Er worden nu massaal jonge boompjes geplant: miljoenen saaie sprietige populieren, netjes in rijen, allemaal even hoog met witgekalkte stammetjes en als soldaten in het gelid. Of dat voldoende zal zijn om woestijnvorming tegen te gaan moet nog blijken. De nieuwe autosnelweg gaat over viaducten en tunnels tot de mijnstad Datong: een deprimerende miljoenenstad die leeft van de steenkool. Vrachtwagens met laadbakken vol steenkool voeden de reusachtige steenkoolcentrale aan de rand van de stad. Ons hotel heeft de charme van een tractor: een fantasieloze blokkendoos met onverschillige en snauwende service, donkere gangen met rode tapijten en anonieme maar propere kamers. Boven de lift prijken foto's van de Grote Leiders. Op iedere verdieping zit - in een hokje achter een raam - de chagrijnige gangwachtster die het komen en gaan van de gasten controleert, de sleutels van de kamers bezit en de deuren opent als je binnen wil.
Ook dit is China. Ik probeer in het treinstation een kaartje te kopen voor de trein van overmorgen maar ik geeft het snel op: honderden mensen staan in een paar rijen aan te schuiven voor loketten, alle mededelingen, de vertrek- en aankomsttijden, de dienstregelingen staan in Chinese karakters, geen mens die een woord Engels spreekt: en als je het gevreesde "Mei Jouw" hoort uitspreken of "Ik-weet-het-niet-Ik-heb-het-niet-Ik-versta-u-niet-Ga-elders-mensen-lastig-vallen", weet je dat aandringen niet meer hoeft.
Gelukkig is de menukaart in het restaurant in het Engels, de vertaling uit het Chinees klopt echter niet: de beloofde 'porkchops' blijken gekookte strengen vette spekzwoerden te zijn. "Is er misschien ook kip?" "Mei Jouw!" ...

Geen opmerkingen: