vrijdag 28 december 2007

26.12.2007: dag 163: Bagan - Magwe



Om de lange terugreis naar Yangon wat draaglijker te maken splitsen we ze op in drie etappes. We rijden even langs de Popaberg die eigenlijk een oude magmaprop is die overgebleven in de krater van een verdwenen vulkaan. Bovenop staat een obligate tempel die via een reeks trappen te beklimmen is. Onderweg zitten tientallen apen te wachten op hapjes van bezoekers. Mooi, maar dat hebben we al eerder gezien.
We rijden voort door het vlakke binnenland met nu en dan armzalige dorpjes. Kleine kinderen zitten in het stof langs de weg te wuiven naar de voorbijrijdende auto’s. Veel meer dan dit simpele vermaak valt er niet te beleven.
Op de droge akkers groeien struikjes linzenerwten. De oogst is rijp. De noten van palmnootbomen vormen in deze streek ook een bron van inkonsten. Groepen van enkele tientallen bomen staan bij elkaar.
We steken een paar keer de droge bedding van een brede rivier over. Dorpelingen scheppen de droge leem weg om het verkeer vlot door te laten. De mensen rekenen op een fooi van de voorbijrijdende chauffeurs voor dit werk; zij worden door niemand anders betaald.
Regelmatig moeten we voor een gesloten slagboom stoppen om de wegentol te betalen. Enkele eurocenten om over de slechtste wegen van Aziƫ te mogen rijden. Wat een onbeschaamdheid!
In de late namiddag rijden we Magwe, een provinciestadje aan de oever van Ayeyarwadyrivier binnen. Brede lanen en rotondes en daarmee is alles gezegd: winkels waar buiten wat koekjes, goedkoop gebrouwen whisky, waspoeder, shampoo en sigaretten niet veel meer te koop is. Simpele restaurantjes serveren noedelsoep of rijst met groenten en kleine stukjes kip of varkensvlees. Verder zijn er nog wat theehuisjes en betelnootstalletjes. In Myanmar is er gebrek aan zowat alles en de mensen hebben geen geld om uit te geven.
We nemen onze intrek in het “Rolex Guesthouse”, het enige in de stad dat een licentie heeft om buitenlanders te herbergen. De dure naam is geen garantie voor kwaliteit: een somber onderkomen met harde bedden, zonder ontbijt en dat bovendien meer kost dan de prachtige kamers van de afgelopen dagen.
Joe rijdt ons naar de overzijde van de rivier voor een merkwaardig fenomeen. Enkele ‘minivulkanen’ van enkele meters tot hoogstens tien meter zijn zichtbaar: in de kraters staat een poel dunne vloeibare koude modder waaruit een onschadelijk gas in grote bubbels ontsnapt. De grijze vloeibare massa bloept en vloeit traag in een klein stroompje uit de krater naar beneden zodat de krater ieder jaar iets hoger wordt. Olieboringen in de omgeving zorgen voor dit rare verschijnsel.
Voor het politiekantoor hangt achter glas de ‘Kijk Uit-rubriek”: lugubere kleurenfoto’s van slachtoffers van verkeersongevallen: kinderen verpletterd onder een vrachtwagen of met de fiets onder de auto. Ernaast staan tips voor een veilig verkeer.
In het hotel staat het nieuws op; een pakhuis is tot de nok gevuld met zakken rijst: alles gaat prima in Myanmar.
Wat gaan we vanavond eens eten? Iedereen stemt voor noedelsoep! Als dessert kopen we alle biscuits op in een winkeltje.
We kijken terug uit naar de overvloed van het lekker decadente Bangkok binnen enkele dagen.


foto's volgen

Geen opmerkingen: