maandag 10 december 2007

10.12.2007: dag 147: Calcutta - Bangkok



Ons kort intermezzo in India wordt vandaag al beëindigd. Onze Bengaalse taxichauffeur “Mister Beard” die ons eerder naar vanuit de luchthaven naar hier bracht, rijdt ons in zijn gele Ambassador in een uurtje terug naar de luchthaven van Calcutta. ’s Middags hebben we een vlucht met de Indiase “boutique airline” Jet Airlines naar de Thaise hoofdstad.
De Boeing vertrekt op tijd en de vlucht gaat in twee en een half uur via het waterland Bangladesh dat vanuit de lucht een grote ondergelopen landmassa lijkt met dijken en reusachtige rivierstelsels en vervolgens de Golf van Bengalen naar Bangkok. De service in het vliegtuig is een beetje chaotisch; er zijn onvoldoende niet-vegetarische maaltijden voorzien en de bediening is erg traag; enkele Indische passagiers laten hun ongenoegen heel nadrukkelijk blijken door de arme stewardessen te verwijten en onmogelijke dingen te eisen. De meisjes sloven zich echter uit; er is gin tonic en Australische wijn, dus kan het ons niet schelen of we nu vegetarisch of niet vergetarisch gaan eten.
We landen in de splinternieuwe internationale luchthaven van Bangkok, een gigantische en ultramoderne terminal van glas en staal. Na een zeer efficiënte afhandeling van de formaliteiten staan we aan de uitgang. De taxi doet er nog een half uur over om via de gladde en nieuwe vierbaansautoweg naar het centrum van Bangkok te rijden.
We logeren in ons vertrouwde “Peachy Guesthouse”; men begint ons daar stilaan te kennen na een vierde bezoek.
Bangkok heeft alles wat India niet heeft: consumptie, glitter, glamour, neon, nachtleven, alcohol en vertier. Jasmien en de jongens staan te popelen om naar de Kao Shanbuurt te trekken, het mekka van namaakspullen gaande van kleding tot valse studentenkaarten, horloges en elektronica. Iedereen heeft ineens nieuwe kleren nodig; we gaan morgen nog eens terugkijken ...
Het is hoogseizoen in Bangkok; de uitgaansbuurt loopt vol met struise Australische toeristen in bloemetjesbroeken en t-shirts en de fles bier in de hand en die hier een goedkope en exotische zomervakantie komen doorbrengen. Snelle jongens en nog veel snelle meisjes. Het is warm: overdag loopt de temperatuur op tot meer dan dertig graden en ’s avonds koelt het niet echt af. De talloze restaurants, pubs en kraampjes met exotische heerlijkheden, vers fruit en rariteiten zoals gefrituurde sprinkhanen en kevers doen in deze maanden gouden zaken. Er heerst een zomerse opgewekte sfeer. We voelen ons toch wat verweest in deze hectische onpersoonlijke consumptiegekte na het trage ritme van het sobere India en Nepal; Jasmien en de jongens hebben een hele andere mening ...
Het is alweer laat als we de kamer opzoeken. Ruben is helemaal hersteld maar nu klaagt Sander weer van maag- en darmklachten. Hopelijk is dat morgen beter; anders brengen we een eerste bezoek aan een Thaise arts.

Geen opmerkingen: