vrijdag 28 december 2007

24.12.2007: dag 161: Bagan



Plaats alle middeleeuwse kathedraalspitsen en nog een paar extra uit Europa in een vlak land met de oppervlakte van Groot Genk en je begint een idee te krijgen van de grootsheid van Bagan. De meeste bouwwerken, pagoden en tempels zijn ongeveer duizend jaar oud en staan als in een gigantische antiekwinkel in het landschap tentoongesteld. Vele tempels worden vandaag nog druk door boeddhisten bezocht, honderden andere zijn verlaten.
We huren fietsen want dat is de ideale manier om de omgeving te verkennen. Tussen de pagoden liggen onverharde voet- en fietspaden en hier en daar kleine asfaltwegjes.
Je waant je heel ver terug in de tijd; er zijn nauwelijks toeristen en de paar tientallen die er rondfietsen vallen niet op.
We begeven ons in een versteend woud van middeleeuwse bouwwerken, de meeste in rode baksteen of met bepleisterde wanden. Tientallen spitsen, torens en pieken in alle mogelijk vormen in het wit of met vergulde spitsen, piramiden of kegels schitteren al van ver in de zon en sieren het landschap tussen accasiabomen en akkertjes van boeren.
Het klassieke ossenspan of paardenkoets, boeren die pinda’s oogsten, devote Birmanen knielend voor de gouden boeddha’s in de tempels zorgen ervoor dat je niet in een museum rondrijdt. Wat een formidabele omgeving met bovendien een perfect fietsweertje: zonnig en vijfentwintig graden!
In een dorp wordt arachidelolie geperst. Een os loopt eindeloze rondjes. Het span rond de hals van het dier is verbonden met een houten oliepers. Pinda’s worden geplet; onderaan druppelt gele olie in een vat. Sedert honderden jaren is hier niets veranderd.
Oude vrouwen roken sjerootsigaren zo dik als een kinderarmpje.
Bagan heeft een ontzettend nadeel: deze ongelooflijke site ligt in Myanmar. Als Bagan in Thailand of in een ander - meer toegankelijk land - zou liggen dan stroomden hier per dag tienduizenden bezoekers langs en behoorde het ongetwijfeld tot dé hotspot in Azië en de wereld.
Bagan heeft ook een uniek voordeel: het ligt in Myanmar en de vierduizend bouwwerken zijn helemaal voor ons alleen. De omgeving is grotendeels onbezoedeld en vrij van commercie.
Bij de voornaamste monumenten staan er wat soevenirshops en enkele drink- of eetstalletjes, prima plekjes voor een thee of de klassieke noedelsoep voor de kleine honger.
Sander rijdt de achter- en voorband van zijn fiets in één keer lek. Op de zandweggetjes liggen lange doornen die van de accasiabomen vallen. Gelukkig is er vlakbij in een theestalletje waar een vriendelijke man de beide banden voor enkele centen plakt.
Vandaag alles bekijken is niet doenbaar en zeker niet wenselijk; een overdosis geschiedenis en pagodes is niet veraf. We fietsen terug richting hotel. We moeten nog wat overlaten voor morgen.
’s Avonds ziet Bagan er verlaten en nogal triest uit. De vele restaurants en terrasjes buiten staan leeg; hier en daar tafelt een klein groepje toeristen of zit een koppel achter een glas. De mensen hebben veel geld geinvesteerd en nu is het hard om het hoofd boven water te houden. De recente gebeurtenissen hebben daar nog een schep bovenop gedaan. Velen zien het niet meer zitten. Het geld van iedere toerist is welkom. Ons groepje van vijf is overal een welgekome klant.
In een Indisch eethuisje flikkeren wat kerstlichtjes, de andere plaatsen houden het bij kaarsjes of simpele lampjes. Kerstavond is geen avond van betekenis.
Geen jinglebells, geen kalkoen, reebok- of struisvogelsteak, geen roomsauzen, geen Chateau Grand Cru, geen ‘gatto van Juuske’ ... Jasmien, Sander en Ruben verlangen op een dag zoals vandaag dat ze thuis waren rond de kerstboom bij familie, en wij eigenlijk ook wel ... onze gedachten zijn op zo’n avond ver weg ...
Bij de namaak-Italiaan eten we spaghetti bolognese. De kaas is op. We zijn de enige gasten.
Om half tien gaan de lichten uit voor een stille nacht.

Geen opmerkingen: