woensdag 12 december 2007

12.12.2007: dag 149: Bangkok - Rangoon




In het holst van de nacht staan we op. De Seven-Elevenwinkel om de hoek is dag en nacht open. Kristien doet al enkele vroege aankopen: wat croissants en brood met hesp voor de vroege honger. De luchthaventaxi wacht ons op aan het guesthouse om half vijf. Het is al druk; Bangkok slaapt nooit. Op de nieuwe autosnelweg is de rit naar de luchthaven in een half uur afgelegd wordt. De gigantische luchthaventerminal is al op kilometers afstand zichtbaar. Hij oogt futuristisch en baadt in een oceaan van overwegend blauw getint licht. Auto's staan in glazen parkings gestald!
De incheckprocedure bij 'Air Asia', de grootste lagekostenmaatschappij van AziĆ« verloopt vlot. Het vliegtuig vertrekt stipt op tijd; het toestel voor de vlucht naar Rangoon is maar voor de helft gevuld; een dozijn westerse toeristen, voor de rest Thais en een enkele Birmaan met een hoop bagage vol met spullen die in het thuisland niet te koop zijn. De promotieprijs van nul euro biedt geen reden tot klagen; de vlucht is zacht en door het tijdsverschil landen we bovendien een half uur eerder dan we vertrokken zijn op de – ook al nieuwe – internationale luchthaven van Rangoon; een groot bord heet ons welkom in “The Union Of Myanmar”. “We are here to serve You” belooft de affiche op het loket van de immigratie. Zo horen we het graag ... We worden binnen de korste keren door de paspoort- en bagagecontrole geloodst zonder vervelende vragen. Nog een laatste wens vooraleer we het glimmende gebouw verlaten “Enjoy Your Stay!” Merci! We zullen ons best doen ...
De chauffeur van ons hotel wacht ons op in de aankomsthal. Het verkeer in de stad is niet druk; het wagenpark bestaat veelal uit aftandse Toyota’s uit de jaren tachtig en er rijden nog retrobussen van minstens vijftig jaar oud. De gebouwen zijn oud en vervallen; hier en daar staat wat vreemd een luxehotel of restaurant, maar er zijn waarschijnlijk weinig gasten. Wat een wereld van verschil met Bangkok!
Na de gratis taxirit - complimenten van het hotel - checken we in aan de bali van “Myanmarmotherland Inn 2” of www.myanmarmotherlandinn.com, een klein vriendelijk hotel. Onze twee kamers zijn gereed en een gratis ontbijt staat al klaar; fantastisch geregeld!
Laten we het land meteen aan een eerste en genadeloze test onderwerpen; het welslagen van de reis en het imago van het land staat of valt met het antwoord op de vraag: “brouwt men hier een fatsoenlijk bier?” Myanmar doorstaat deze smaakproef met glans; dit is een land met een grootse cultuur en de volgende dagen kunnen enkel beter worden.
Op de zwarte markt van het hotel wisselen we onze harde dollars in de lokale Kyat; dat levert ons meteen een berg bankbriefjes op. Door de torenhoge inflatie en geldontwaarding zitten we nu met een stapel papier opgescheept dat we in onze portefeuilles nooit kunnen opbergen. Thuis hebben we er geen last mee maar hier weten we niet onmiddellijk waar we met stapel briefjes van duizend terecht moeten ...
Tijd voor de grootste attractie van Rangoon en mischien heel Myanmar: de duizelingwekkende en glitterende Shwe Dagon Pagode. De met tonnen goud en een paar duizend diamanten en andere stenen bezette pagode is overal in de stad zichtbaar. Ons inkomticket van vijf dollar gaat integraal naar de militairen: jammer maar er is geen ontkomen aan. Vrijwillige dotaties binnen het tempelcomplex zijn bestemd voor het onderhoud. Het is inderdaad een fantastische aanblik; de negentig meter hoge gouden stupa omringd door tientallen vergulde schrijnen bieden een magische aanblik. Er heerst een serene sfeer; pelgrims offeren en bidden knielend voor legers Boeddhabeelden in alle mogelijke verschijningen, kleuren en afmetingen. Het Boeddistische monument is de thuishaven van honderden monniken en iedere Birmaan wil minstens een keer in zijn leven het heiligdom bezocht hebben. Dit is eveneens de plaats waar de monniken en nadien ook burgers in de zomer in opstand kwamen tegen het fascistische regime van de militairen en tevergeefs probeerden hervormingen af te dwingen. Velen zitten nog steeds in gevangenissen of zijn verdwenen. De schrik zit diep: als we een foto willen maken van een monnik vraagt hij vooraf waarvoor we de afbeelding gaan gebruiken ... dus niet op de blog ...
In de hele omgeving van de Shwe Dagon en in de straten van de stad is er geen soldaat of agent zichtbaar. Het leven gaat voort alsof er niets aan de hand is, maar verklikkers en geheime politie zijn overal en praten over politiek of ontevredenheid tonen is totaal taboe; je weet maar nooit wie meeluistert. Zelfs de staf van het hotel is niet spraakzaam op een eenvoudige vraag of de toeristen stilaan terugkeren. ’s Avonds is het druk in de straten: de trottoirs staan vol met kleine eetstalletjes en de inwoners zitten op plastieken krukjes aan lage tafeltjes aan een bord kip met noedels of rijst en allerlei soepjes. In de schaars verlichte kleine winkeltjes is er niet veel te krijgen. Achter hoge muren met prikkeldraad met voor de poorten gewapende wachters, huizen in witte villa's de hogere militairen, kaders en beschermelingen van het regime
Wij genieten van een prima noedelsoep met kip in ons eigen 'Motherland'.

Het publiceren van deze blog gebeurt onder het waakzame oog van een man die de computers beheert in dit internetbureautje. Sites met .com zijn automatisch geblokkeerd tenzij ze op aanvraag vrijgegeven worden! Over onze schouders volgt hij hetgeen er op het scherm verschijnt. Neen, geen kwaad woord over de generaals; het zijn allemaal vriendelijke mensen! Of er in de eerstkomende tijd nog vlekkeloos kan geblogd worden, valt niet te zegen. Het is dus mogelijk dat er niet iedere dag een verslagje en/foto's zullen volgen.

1 opmerking:

Anoniem zei

Ik krijg vlagen van jaloezie, gekluisterd achte stapels examens, buiten grijs en tegen het vriezen aan.

Lang leven het schone land van de
big brothers.

Ria