zondag 28 oktober 2007

28.10.2007: dag 104: Jaipur



Jaipur heeft, zoals alle zichzelf respecterende Rajputsteden een reputatie hoog te houden en ook hier staat er weer - fier op een rots - het klassieke fort en ommuring. De Britten hebben het indertijd handig gespeeld: in plaats van deze oninneembare vestingen één voor één te veroveren, met grote verliezen als gevolg, heeft men gewoon de lokale maharadja’s het Britse leger getoond en hen de keuze gelaten om te vechten of op te gaan in het grote legers van de Engelsen met de belofte dat zij hun privileges mochten behouden en als stromannen verder konden regeren over hun onderdanen en enkel aan de Britse goeverneur verantwoording schuldig waren. De mannen met de roze en gele tulbanden kozen eieren voor hun geld ...
We huren een taxiriksja en laten ons rijden door de roze stad. De taximan vertelt zijn levensverhaal, deelt foto’s van zijn familie uit en slalomt ondertussen door de helse drukte van de stad door te manoevreren zonder rekening te houden met eender welke andere weggebruiker.
Een kort bezoek brengt ons eerst naar het marmeren mausoleum van een maharadja die ook alweer op deze manier onsterfelijk wil blijven.
Amber is het fort dat enkele kilometers buiten de oude stad de grenzen van Jaipur verdedigde. In de verte slingert zich als een slang een metershoge dubbele muur met verdedigingstorens over de grijze heuvelruggen. Op de meeste plaatsen is de muur in prima staat en op de brede trappen heb je het gevoel op een Indische versie van de Chinese muur te staan.
Beschilderde en met rode spreien bedekte olifanten brengen bezoekers, die liever geen tien minuten lopen langs een hellende weg tot bij de ingangspoort van het fort dat volledig gerestaureerd wordt. Zo weten we tenminste dat ons inkomticket, dat vijf maal duurder is dan de prijs die de Indiërs voor hun bezoek betalen, goed besteed is.
In heel het land betaal je als niet-Indiër gemiddeld vijf keer meer voor inkomtickets van monumenten.
Echt eerlijk kun je zo’n systeem niet noemen, maar het blijft voor de modale westerling, die honderden euro’s kan besteden om naar hier te reizen, een kleine inspanning van hooguit een flesje bier om de restauratie van dergelijke monumenten mee te helpen bekostigen, zodat nog generaties na ons kunnen genieten van dit unieke werelderfgoed.
Sander en Ruben zitten nagenoeg aan de verzadigingsgrens wat forten en paleizen betreft en de spiegelgalerij, de zuilenhallen, de wal met uitkijk, kortom de grandeur van de Rajpoets gaat snel aan hun voorbij. Gelukkig was dit het laatste bolwerk op het programma.

Geen opmerkingen: