donderdag 18 oktober 2007

17.10.2007: dag 93: Jodhpur-Jaisalmer


Onze deluxe-bus vertrek pas om elf uur, dus kunnen we nog wat genieten van een uitgebreid ontbijt met zicht op het fort dat door de ochtendzon rozig kleurt: een wat meisjesachtige tint voor een dergelijk militair bastion. Nu ja, als de mannen hier met oranje tulbanden en grote gouden oorringen rondlopen is deze kleur misschien toch gepast ...
De rit naar de meest westelijk gelegen stad van India zal zo’n zestal uren duren, dus slaan we onze traditioneel reisrantsoen in: droge glucosekoekjes van het onvolprezen merk ‘Parle-G’ of ‘the world’s largest selling biscuit’, bananen, wat snoepgoed en een paar flessen mineraalwater. Onderweg, als de bus een stop inlast kunnen we de voorraad aanvullen. Jasmien en Ruben hebben wat muziek kunnen downloaden op hun nieuwe muziekspeler en zo is dat aspect tegen verveling in de bus ook van de baan.
We reizen opnieuw in een slaapbus en dat betekent dat er boven onze hoofden passagiers gezellig bij elkaar in smerige bedden liggen. Onze zetels zijn deze keer in goede staat.
De bus rijdt over een lange, eenzame asfaltweg. De zon brandt en de temperatuur loopt op tot meer dan vijfendertig graden. Er is weinig verkeer, het landschap is droog met doornige struiken en een enkele boom. Onderweg is er slechts één stadje van betekenis dat de rit onderbreekt voor een korte plaspauze. Deze uithoek van India is strategisch van groot belang: er is een grote militaire aanwezigheid: het leger heeft er vliegvelden en moet de grens met het nabije Pakistan in het oog houden. In deze woestijn werden eveneens ondergrondse kernproeven gehouden en het is een publiek geheim dat er hier ergens kernraketten opgesteld staan.
Een reiziger, die boven ons in één van de nesten ligt spuwt naar buiten, maar door de wind waait het goedje via het raam terug naar binnen en in het gezicht van Jasmien: wat een zootje smeerlappen; ik wist niet dat Jasmien zo een arsenaal aan scheldwoorden bezat en dat in verschillende talen ...Enkele kilometers voor we aankomen stopt de bus en worden wij verzocht een ‘bezoekerstaks’ van een halve euro per persoon te betalen; waarom hebben we dan een visum? Dit zijn maffiapraktijken; discussiëren helpt niet en met veel tegenzin dokken we af.
Als we in de verte het fort van Jaisalmer zien verschijnen is de rit ten einde en na zes uren bus worden we opgewacht door de man van ons hotel dat we eerder telefonisch geboekt hebben. Met de jeep is het maar enkele minuten tot ons nieuwe verblijf voor de eerstkomende drie dagen. De afgelopen week hebben we behoorlijk romantisch gelogeerd en dit hotel is een beetje een teleurstelling na de paleislogementen van de vorige dagen. We besluiten nog wat rond te kijken en te vergelijken om na een uur tot de conclusie te komen dat de eerste keuze toch de beste was. Het is alweer donker als we onze rugzakken neerplanten in de kamers van het ‘Shahi Palace Hotel’ met vanuit het raam een perfect panorama op het middeleeuwse en nog steeds bewoonde fort van Jaisalmer. Na de hele dag glucosebiscuits en een tros bananen willen nu eindelijk iets fatsoenlijks achter de kiezen steken.
De douche na de lange reis doet weer alle vermoeidheid vergeten. De bedden zijn prima, de matrassen zacht en de lakens proper. Als we deze nacht echter licht geven in het donker weten we dat er iets niet pluis is in Jaisalmer ...

Geen opmerkingen: