woensdag 8 augustus 2007

08.08.2007: dag 23: Jeruzalem (Dode Zee)


Een nacht voorbij zonder boze dromen ...
Het centrale busstation van Jeruzalem wemelt van gewapende soldaten; men is altijd op het ergste voorbereid. Na een strenge controle van persoon en bagage is het anderhalf uur rijden en steeds bergaf totdat we op de bodem van de aarde staan, zowat vierhonderd meter beneden zeeniveau, meteen ook het laagste punt waar je geen natte voeten krijgt. Het water van de Jordaan verzamelt zich in een gigantische aardverzakking, het verlengde van de grote Afrikaanse slenk. Het heldere groenige water van de Dode Zee schittert in de zon, Het is meer dan veertig graden warm als de bus aan de oever stopt.
Het kleine smalle strand is niet meteen uitnodigend; een dikke laag glibberig zout bedekt de keien en rotsen en verhindert zelfs een korte wandeling.
Aan de overkant ligt Jordanië en hete geblakerde rotswanden weerkaatsen de zon.
Maar vlug het water in voor wat afkoeling. Even tijd voor een fysicales: 'opwaartse stuwkracht' en 'massadichtheid' proefondervindelijk vaststellen: het water is aangenaam warm en het drijvend vermogen van de Zee laat zich meteen voelen: je lichaam drijft als een stuk piepschuim op het oppervlak. Het extreem hoge zoutgehalte en allerlei mineralen zorgen ervoor dat je zelfs met je voeten niet de bodem kan raken, zo groot is de weerstand van het zoutwater. Het hoofd moet boven water blijven want de invloed van het zoute water begint al snel zijn tol te eisen: na enkele minuten beginnen alle kleine wondjes en schrammetjes te branden. De zon droogt het lichaam binnen enkele minuten uit en een laag korrelzout op een vettige huid is het gevolg. Een druppel water in de ogen prikt vreselijk. De vier ingepekelde baders vluchten al snel naar de zoetwaterdouche. Alle wondjes zijn nu mooi rood gezwollen en netjes gedesinfecteerd en ook na de douche blijft de huid en vooral de haren vies en vettig aanvoelen; zeer onaangenaam maar wel gezond naar het schijnt ... Ondergetekende herinnert zich nog levendig zijn laatste bad in dit water en alle nare gevolgen en bleef wijselijk aan de kant; iemand moet zich toch verantwoordelijk gedragen!
Na de picknick van een broodje kaas onder een van de zeldzame dadelpalmen is het tijd om weer op te stappen en terug te keren naar het koele Jeruzalem. De bus zit vol en we moeten de hele rit terug rechtstaan. De combinatie anderhalf uur rechtstaan in een bus, een vettige huid en uitermate veel zweten schijnt nog gezonder te zijn, en bovenal voor deze wellness moet je niets betalen... In het hotel aangekomen worden alle douches meteen en langdurig bezet.
Gelukkig hebben we geen weekje strandvakantie aan de Dode Zee geboekt ...
Morgen keren we terug naar Jordanië, maar niet meer via de Allenbybrug. Deze kelk laten deze tweede keer aan ons voorbijgaan. In het uiterste zuidpuntje kunnen we eveneens de grens over en hopelijk is het daar minder druk en gaat het vlotter. Het ticket naar Eilat is geboekt.
Probleem: volgens de Jordaniërs hebben we hun land niet verlaten toen we naar hun bezet gebied en Jeruzalem reisden en volgens Israël zijn we niet in hun land binnengekomen aangezien we geen Israëlisch inreisstempel in ons paspoort hebben. We bevinden ons nu dus ergens en nergens of het enigma van de stempels.

1 opmerking:

Anoniem zei

Hallo allemaal,

Het blijft enorm leuk om jullie spannende verhalen te volgen. Enkel lijkt de hitte er wel wat teveel aan en die gewapende soldaten hoeven ook niet echt...
Geniet toch maar verder van de mooie dingen. Wij proberen dat hier ook ondanks de kwakkelende zomer. Ingrid en co.