vrijdag 18 juli 2008

18.07.2008: dag 368: Tilcara - Salta



Tilcara en omgeving ‘kleurde onze dagen’. De bus naar Salta passeert pas tegen het middaguur in het kleine station van het dorp en dit betekent dat Sander en Ruben de hele voormiddag ter beschikking hebben om hun moedertaal nog eens te bestuderen.
‘Balut’ is een beetje laat, maar het is hen vergeven: op verschillende locaties worden grensbussen door de politie aangehouden voor een grondige controle op drugs. Cocablaadjes zijn dan wel legaal in Bolivia; in Argentinië worden ze als illegale drugs beschouwd. Vooral Boliviaanse passagiers worden geviseerd; zij willen nogal eens een zakje cocablaadjes als versnapering meebrengen naar Argentinië. De professionele courriers hebben waarschijnlijk andere, meer lucratieve routes om de geraffineerde coca of cocaïne naar hun eindbestemming te brengen.
Even buiten Tilcara is het prijs; grenspolitie verwijst de bus naar een speciale parking voor een een grondige controle van voertuig, alle passagiers en hun reisdocumenten. Alle bagage moet uit de bus ter inspectie klaargehouden worden. Mannen en vrouwen presenteren zich in twee aparte rijen voor een tafeltje. We zijn er niet gerust in: in enkele tasjes steken een honderdtal illegaal gecopieerde Boliviaanse dvd’s en cd-roms. Dat we het pakket software nu toch wel heel toevallig op straat gevonden hebben zal hoogst waarschijnlijk niet aangenomen worden door deze gehaaide controleurs. Ik was mijn handen alvast in onschuld: gelukkig steekt de contraband in de bagage van Sander en Ruben. Dat zij het maar gaan uitleggen ... In deze netelige situatie is het ieder voor zich ...
Enkel de Boliviaanse onderdanen moeten hun dozen, zakken en tassen openen.
Onze respectvolle houding, ons opengevouwen Belgisch paspoort op de eerst bladzijde, onze bestofte rugzakken worden geen blik gegund: dit is discriminatie en wel voor de tweede keer in korte tijd: bij de grensovergang werden wij voor het eerst genegeerd! En waarom worden wij niet gecontroleerd? Zijn wij soms minderwaardig? Hoe verdacht moeten we eruit zien om onze vuile was te laten inspecteren?
Een beetje teleurgesteld laden we onze spullen terug in keren we naar onze zitplaats. De weg daalt nog steeds - al sedert Uyuni - maar nu lijkt er een einde aan de langste afdaling ooit te komen: de vallei wordt stilaan breder, de bergen aan beide zijden van de weg worden lage heuvels. Boven de tweeduizend meter droogt de winterlucht alle wolken uit maar in deze dalen blijft het vocht hangen: de eerste wolken verschijnen sedert bijna twee maanden. De zon verdwijnt en we rijden door een kil en grijs en laagland. We missen de zon al meteen.
Jujuy is de eerste betekenisvolle stad in het noorden van Argentinië en in de late namiddag bereiken we de grootste stad: Salta, het eindpunt van de dag.
Ons pension ligt een beetje uit het oude centrum maar dat wordt ruim gecompenseerd door een gezellig interieur, smeedwerk en mooie kamers.
Argentijnse geldautomaten weigeren mijn Belgische bankaart. (zou men hier al op de hoogte zijn van de definitieve ondergang van onze federale staat?) De hele avond probeer ik wanhopig pesos uit de muur te halen. Ik bezit er nog een vijftigtal, net voldoende voor wat avondeten voor vrouw en bloedjes van hulpeloze kinderen. Hopelijk kan ik morgenvroeg bij een begrijpende bank terecht, tenzij ik daar als statenloze schooier naar de straat wordt verwezen. Gelukkig zijn hier nogal wat kerken waar je terecht kunt voor een hongerstaking, wij - ex-Belgen - preferen echter het aangereikte bord hartige soep ...

Geen opmerkingen: