dinsdag 8 juli 2008

08.07.2008: dag 358: Potosi - Uyuni

Afspraak om tien uur ´s morgens aan de rand van Potosi: de twee busmaatschappijen die naar Uyuni rijden hebben hun station aan een chaotische weg. Marktkramen en stalletjes lijnen de omgeving van de halte.
Er staan een tiental andere buitenlanders te wachten in de drukte van het verkeer. Uyuni is een ´hotspot´ voor toeristen in Bolivia.
Het zijn geen luxe autocars die naar Uyuni rijden: de weg is abominabel en enkel bussen met vrachtwagenchassis kunnen de verbinding tussen Potosi en Uyuni verzorgen. Dit betekent echter dat we heel wat moeten inboeten op zitcomfort: de kleine bussen zijn ´made in Bolivia´, de zetels zijn hard en smal en de bagage moet op het dak gebonden worden. Vooral Ruben is niet te spreken van deze terugval inzake comfort en - zoals Bush zijn ´schurkenstaten´ heeft, catalogeert Ruben Bolivia vanaf heden in de steeds grote wordende reeks van ´schooierstaten´ ...
Het instappen gebeurt chaotisch, er is geen controle op wie al dan niet een ticket bezit. Passagiers stappen in om nadien weer uit te stappen. Vlak voor het vertrekt klinkt een schreeuw in de bus: een Britse senior ontdekt dat zijn handbagage uit het rekje is verdwenen: een schurk die in de drukte mee binnenstapte verdween ongemerkt met het rugzakje. We zagen de goedgeklede jonge man eveneens maar hadden geen oog voor hetgeen hij bij zich droeg bij het naar buiten gaan. Het gebeurt bliksemsnel en gewoonlijk als de bus zich in beweging zet. De dief is verdwenen. We zijn ervaringsdeskundige op dat vlak. De inhoud van het zakje blijkt niet echt waardevol te zijn maar de man is toch ontrieft. Bolivia doet zijn trieste reputatie als zakkenrollersland al te vaak eer aan; dit is nu de derde maal dat we van erg dichtbij met dieven te maken krijgen. De chauffeur die de tickets van alle passagiers controleert verzuimt na afloop verdere controle en laat iedereen terug in-of uitstappen. De man verstaat plots geen Spaans meer als hij op zijn gebrek aan toezicht wordt gewezen.
Er zijn opvallend veel vrouwelijke passagiers; mijn buurvrouw is er eentje van het ´brede type´. Fluwelen rokkenlagen en een aantal vestjes, jasjes en dekens om de koude te trotseren. Als de zon in de loop van de voormiddag de koude verdrijft en de warmte overneemt ontstaat er in de bus een chemisch proces: ranzige lichaamsgeuren verspreiden zich als gevolg van de vele ongewassen lijven. Bolhoedje naast mij beschikt over een indrukwekkend chemisch laboratorium ... Nog vijf uur rijden ...
Het landschap wordt zowaar nog eenzamer, leeg en de laatste huizen zijn we al uren geleden voorbij gereden. De piste stijgt gestaag tot meer dan vierduizend meter. Buiten is het grijs, somber en opnieuw ijskoud, stroompjes zijn ook overdag bevroren. Dit is onbewoond gebied.
In het midden van deze leegte zien we aan de horizon een merkwaardige witte vlek verschijnen: de Salar de Uyuni of ´s werelds grootste zoutvlakte. Vlak ervoor ligt een klein stadje in het grijs: Uyuni of het koudste stadje van het land, en in Bolivia is dat geen loze belofte ...
De eerste indruk is vooral positief: een warm zonnetje, brede lanen, enekele gezellige pleintjes, winkels, restaurants en opvallend veel hotels: Uyuni is helemaal ingesteld op het toerisme: tientallen tourbureau´s concurreren op het scherp van de snee en dingen om de gunst van de arriverende buspassagiers. We worden langs alle zijden aangeklapt, gratis vervoer naar het hotel, dat vanzelfsprekend ook meerdaagse excursies organiseert.
De kamers in het hotel voelen koud aan, alsof je in een frigo stapt, op de bedden liggen vier lagen dekens, er is nergens verwarming: dat belooft voor vannacht.
Eenmaal als de stralingswarmte van de zon verdwijnt valt de koude als een ijslaag over de stad: het vriest meteen. Het terrasje waarop zonet nog gasten in t-shirt achter een biertje zaten wordt snel afgebroken. De temperatuur zakt in recordtijd van een aangename twintig graden tot min tien.
Uyuni is dus geen plek om lange tijd nietsdoend door te brengen. Uit één van de vele
reisbureautjes maken we een keuze en boeken het Lipez-circuit naar de Chileense grens: een volwassen expeditie met een alleterreinwagen naar de mooiste en meest afgelegen woestijnen, bergen, vlakten en gekleurde lagunes van Latijns-Amerika. Drie dagen en twee nachten in eenvoudige onderkomen. Extra warme slaapzakken worden geleverd, samen met een Toyoto Landcruiser, ervaren chauffeur, een kokkin en voldoende voedselvoorraad. Het vertrek is voorzien voor morgenvoormiddag. We schaffen ons voor sluitingstijd nog een extra warme trui aan en kruipen met alle kleren aan onder de laag dekens in onze frigo die nu in een diepvries is veranderd ...

Geen opmerkingen: