woensdag 25 juni 2008

25.06.2008: dag 345: Puno - Copacabana



Ons verblijf in Peru zit erop; vandaag steken we de grens over naar het buurland Bolivia. De ochtendbus rijdt de afstand naar Bolivia in drie uren. De weg volgt nog steeds het Titicacameer tot het grensplaatsje Yungai waar we bij een straatwisselaar onze resterende Peruaanse Soles inruilen voor Bolvianos. Een gesloten ketting over de weg markeert de grens tussen de twee landen. We ontvangen de uitreisstempel in onze paspoorten aan de Peruaanse zijde waar - in het kleine politiekantoor - een levensgrote foto van de onbekwaam geachte Peruaanse president Alan Garcia ons lachend uitwuift. Vervolgens slaat een een beambte - in een ander kantoortje - de inreisstempel. Een foto van de populistische president Evo Morales in poncho heet ons welkom in zijn Boliviaans boerenparadijs. Amerikanen hebben hun handen vol met allerlei documenten die nodig zijn om Bolivia binnen te mogen. EU-burgers kunnen zonder formaliteiten binnenwandelen. Geldwisselaars zitten langs de weg aan krakemikkige tafeltje voor een stapel Boliviaans geld. In stalletjes worden koekjes en gele frisdranken verkocht. Er is weinig traffiek. Enkele vrachtwagenchauffeurs hangen wat rond en wachten op afhandeling van de formaliteiten om verder te rijden. Bestuurders van minibusjes en collectivo’s wachten de schaarse nieuwe reizigers op. Onze Peruaanse bus staat klaar aan de Boliviaanse zijde voor de rest van de rit.
Mexico en Brazilië hebben hun mondain Copacabana aan een zonovergoten tropisch strand; Bolivia heeft een bescheiden versie in de vorm van een bedevaartstadje aan het Titicacameer met dezelfde naam. De bus rijdt nog verder naar La Paz maar dat is te ver voor vandaag; in het centrum van Copacabana stappen we uit. Ons hotel ligt vlakbij: een familiaal pensionnetje met een binnenkoertje. Er lopen opvallend veel rugzaktoeristen in dit plaatsje dat in heel Bolivia bekend is om zijn zwarte madonna die in de witte koloniale kerk op de plaza al sedert meer dan vijfhonderd jaar haar woonplaats heeft en tijdens religieuze feesten duizenden bezoekers trekt. In de paar straatjes concurreren goedkope restaurantjes en hotels met scherpe prijzen. Bolivia is nog een stuk goedkoper dan Peru. In de kantoortjes van busmaatschappijen roepen de verkopers naar voorbijgangers: alle bestemmingen in Peru en Bolivia zijn van hieruit bereikbaar.
We testen de specialiteit van Copacabana: forel, gekweekt in het Titicacameer, een Duitse introductie als extra proteïnebron bij het eenzijdige dieet van de bevolking. In de keuken ondergaat de vis- tijdens het bakproces - een merkwaardige metamorfose en op het bord lijkt de veel bejubelde forel op een geëlektrocuteerde sardien.
We besteden wat aandacht aan onszelf: Ruben en ik zijn dringend toe aan een nieuwe haarsnit. In een piepklein kapsalon of ‘peluqueria’ klaart een jonge man de klus in vijf minuten geklaard. Naast een stoel, tafeltje en spiegel zijn de enige werkinstrumenten een tondeuse, schaar en kam. De voorbeelden van haarsnit staan boven de spiegel getekend; je moet enkel aanwijzen. Het resultaat is bevredigend voor Boliviaanse normen.

2 opmerkingen:

Anoniem zei
Deze reactie is verwijderd door een blogbeheerder.
Anoniem zei
Deze reactie is verwijderd door een blogbeheerder.