zaterdag 21 juni 2008

21.06.2008: dag 341: Cusco: Chinchero & Moray










21 juni: in Peru begint vandaag de winter. Sander is ook vandaag nog niet de oude en blijft thuis als wij een laatste uitstap maken.
We laten vast voedsel achter in de frigo; hij brengt de dag door op de kamer en later in de zon op het terras onder de hoede van senior Americo. Met de bus is het niet ver naar onze eerste halte.
De Andes domineert het hele gebied en schittert in al zijn glorie, de sneeuwtoppen verblindend in de warme zon. De heuvels zijn bewerkt en de droge akkers kleuren goudgeel van de rijpe haver en gerst. De oogst is goed. Buiten de vallei van Cusco ligt Chinchero, een prachtig en grotendeels onaangetast Indianendorpje of een verzameling kleine huisjes van ‘adobe’ of leemblokken. Vrouwen lopen al garen spinnend door de smalle trapstraatjes die naar het centrale pleintje leiden. De oude tradities zijn nog springlevend. Een lama blokkeert de doorgang. Het eeuwenoude witgekalkte kerkje van Chincheros is gebouwd op de stenen ruïnes van een Incatempel. De binnenruimte is sober en mooi gerestaureerd. Het is koel en donker binnen, de zijkapellen en schilderijen zijn bruingerookt van kaarsenwalmen. Er is een huwelijksmis aan de gang; het kerkje zit vol met Indiaanse dorpelingen en toevallige voorbijgangers. Vrouwen dragen koopwaar of kinderen in rode doeken gebonden op de rug. Enkele hoge kinderstemmetjes begeleiden de dienst. Op het pleintje worden poncho’s, warme sokken en kleurrijk geborduurde handtassen verkocht.
Een voetbalploegje oefent op het grasveld van de oude Incaterrassen die pas onlangs zijn blootgelegd. Elders liggen kleine aardappelen te drogen op het dorre gras. Vrouwen pletten ze met de blote voeten zodat er een bruine pasta ontstaat die in de soep wordt verwerkt. Een man kapt brandhout van een eucalyptusboom; het ruikt er naar hoestsiroop.
Verder rijdt de publieke bus niet meer; we huren een taxi en laten ons naar Moray brengen. Hier zien we een soort ‘colosseum’ of een enorme cirkelvormige ruimte in de grond met verschillende terrassen die in perfect concentrische cirkels naar beneden gaan. De meest gangbare theorie is dat de Inca’s de beschermde terassen gebruikten als een openluchtkweekbed voor landbouwgewassen. Ieder verhoog beschikte over een eigen microklimaat. De omgeving is groots, de Urubambavallei beneden kleurt donker tegen het langgerekte berglandschap. De omgeving is leeg en de piste gaat nog wat verder en slingert zich naar beneden tot aan de spectaculaire zoutpannen van Maras die al sedert een paar duizend zout opleveren uit een riviertje dat hier aan de oppervlakte verschijnt. De productie is ambachtelijk en vereist handenarbeid. Het heldere water wordt naar honderden terrasjes afgeleid waar het bezinksel zout oplevert. De randen en paadjes zijn wit van de zoutkristallen die zich overal vasthechten zodat de hele omgeving bevroren lijkt. In winkelstalletjes worden pakjes ‘Incazout’ verkocht.
Onze taxichauffeur woont in Cusco en voor een kleine toeslag op de afgesproken prijs kunnen we de hele rit mee terug zonder dat we op zoek moeten naar busvervoer.
Een hele dag zonder eten vereist een dringend bezoek aan het restaurant vooraleer we de aandacht richten op Sander die alleen achterbleef in het pension. Een dag eenzaamheid leidt tot een aanzienlijke verbetering van de gezondheid; we treffen hem aan achter de computer: hij wordt genezen verklaard ...

Geen opmerkingen: