dinsdag 22 januari 2008

22.01.2008: dag 190: Penang




De Chinees naast ons hotel serveert een voortreffelijk Amerikaans ontbijt met spek en bruine bonen. Ik sta stipt, volgens de afspraak in de rij voor mijn paspoorten waarin - naar ik hoop - een mooi visumklevertje zit. Inderdaad, het is er eentje van goede kwaliteit en dat mag wel verwacht worden voor vijfendertig euro!
Ik ga ook eindelijk eens binnen in een politiekantoor voor de aangifte van diefstal van mijn rijbewijs indertijd op de trein in India. Ik dien een nieuw rijbewijs in Genk aan te vragen want we hebben dit nodig voor de auto die we gaan huren in de USA later in april. Ondanks de geruststellende bordjes met “May We help You?” aan de ingangen van politiekantoren in Myanmar kon ik de stap niet gezet krijgen voor een bezoek op eigen initiatief en een visite bij de Khmercollega’s in Cambodia leek me ook geen prettig vooruitzicht. In Maleisië heb ik minder drempelvrees en de gesluierde agente aanhoort mijn verklaring en typt ze in op haar pc. Binnen enkele minuten sta ik terug op straat en loop ik met de paspoorten en de politieverklaring terug naar het hotel. Een vruchtbare voormiddag!
Penang Hill was ooit een mondain ‘hillstation’ waar de Engelse elite eertijds koelte en rust zocht.
De stadsbus, die de zeven kilometer tot de basis van de heuvel normaal in een kwartier overbrugt, doet er nu ruim een uur over; in iedere straat zit het verkeer muurvast, verschillende wegen zijn met het oog op de festiviteiten van morgen afgesloten.
Een elektrisch kabeltreintje legt de achthonderd meter naar de top van de heuvel af in een kwartiertje. Hier heerst er een minder drukkende warmte, een aangename temperatuur en heb je een spectaculair zicht op Georgetown, de zee en de wijde omgeving van het eiland. De heuvels zijn nog volledig begroeid met een ongerept tropisch woud. Enkele statige en nog steeds bewoonde landhuizen uit het begin van de vorige eeuw met hun weelderige tuinen zijn getuigen van de Britse aanwezigheid op Penang Hill.
Een ‘canopy-walk’ of een wandeling met knikkende knieën over een serie wiebelende hangbruggetjes gemaakt van dikke touwen en gespannen tussen verschillende kruinen van woudreuzen geeft je even het gevoel dat een aapje hoog in de bomen moet hebben als het enkele tientallen meters hoog in de takken naar beneden kijkt.
Het Zwitserse treintje brengt ons terug naar zeespiegelniveau en de warmte slaat ons weer in het gezicht. De bus laat lang op zich wachten, vast in een file; we nemen de taxi terug naar onze travellerslodge.
Restaurant ‘Yasmeen’ serveert heerlijke verse naanbroden en bananenroti’s met een ijsgekoelde zoete lassi.

Geen opmerkingen: