donderdag 10 januari 2008

10.01.2008: dag 178: Cameron Highlands




De dag begint zonnig; de lucht is open en het is heerlijk koel. Het vocht verdampt in de jungle en vormt lage wolken die, als zilveren sluiers,de donkergroene heuvels van de highlands bedekken.
Na een Amerikaans ontbijt op het terras van ons hotel zijn we klaar voor een eerste wandeling in het woud. Wandeling nummer 10 wordt aanbevolen als een mooie introductie van hetgeen het regenwoud te bieden heeft. Onze kaart is duidelijk en na wat zoeken vinden we een aanduiding van het pad dat ons naar het donkere gebaderte leidt. Na enkele tientallen meters bevinden we ons in een groene omgeving; hoge bomen die begroeid zijn met epifyten of planten die op de takken en schors groeien. In de onderste lagen groeien allerlei orchideeƫn en bromelia's, mossen, paddestoelen en zwammen op dode takken. Heel opvallend zijn de varens met een stam zo hoog als een boom. Op de grond ligt een dikke laag dode bladeren in alle stadia van verrotting. De hele omgeving ruikt naar humus en compost. Het is koel, vochtig en stil. Nu en dan hoor je het gefluit van een vogel. Na een tijdje waaiert het pad uit en wordt het moeilijk om te weten welke richting de juiste is. Er zijn geen pijltjes of andere aanduidingen meer. Uiteindelijk klauteren we omhoog door hoge grassen om te constateren dat we op een grindweggetje uitkomen onder hoogspanningsleidingen.
Enkele wandelaars komen ons tegemoet: het pad loopt dood en er is geen andere mogelijkheid om verder te geraken. We keren dus helemaal terug naar ons beginpunt. Niemand wil het hardop zeggen, maar de lokale gidsen verwijderen richtingwijzers om individuele wandelaars te ontmoedigen en ze zo naar hun reisbureaus te leiden voor een begeleide tocht in het woud. Mooi is dat!
Een nieuwe poging dan in de namiddag richting theeplantages. Met de taxi is het een halfuurtje. De regen is opnieuw spelbreker: het stortregent; we laten ons afzetten aan de vlindertuin; hier is het tenminste droog. Tientallen erg grote en kleine exemplaren fladderen nogal loom van bloem tot bloem. De meeste zitten als verdoofd op bladeren; hun levensduur is hoogstens een week. In bakken of achter glas zitten giftige slangen, verbazend grote sprinkhanen, spinnen zo groot als een hand, wandelende takken, kikkers die op een dor blad lijken en andere griezels. De kuil met zwarte schorpioenen vindt bij Ruben en Sander de meeste belangstelling. Ja, er zit heel wat leven in deze jungle.
We stappen nog wat verder; perfect onderhouden groene theevelden van de Bo-estate bedekken de glooiende heuvels. Veel plezier hebben we niet op ons uitzichtpunt; de lucht is opnieuw donker en de nattigheid doet ons weer terugkeren. Dat heb je nu met hooglanden; je zit te dicht bij de regenwolken. Een bezoek aan de fabriek die de thee verwerkt zit er niet meer in. De kinderen vinden het welletjes en willen terug huiswaarts. Ook wij geven ons gewonnen. Er passeert net op tijd een lege taxi die ons rechtstreeks in ons Hillview Hotel aflevert.
De rest van de dag bekijken we de heuvels wel van hieruit ...

Geen opmerkingen: