vrijdag 11 januari 2008

11.01.2008: dag 179: Cameron Highlands - Langkawi


We zijn nu stilaan toe aan wat rust en vakantie; we denken een uitgesteld kerstverlof door te brengen op Langkawi in het uiterste noorden van het land. Deze eilandengroep staat in de boekjes bekend als het zon-zee-strandparadijs met de klassieke romantische zonsondergangen, hagelwitte stranden en de nodige palmbomen voor de perfecte afwerking. Nu alle Duitsers en Australiërs terug naar huis zijn is het nu aan ons.
Reizen in Maleisië doe je met je ogen dicht. Bustransport is snel, efficiënt en behoorlijk luxueus: Concurrentie tussen de privébusmaatschappijen biedt reizigers de nieuwste voertuigen en een perfecte service. In het station van Tanah Ratah vertrekt de autocar; slechts zeventien passagiers reizen in stijl in brede zetels zoals in bussinessclass van een vliegtuig. We verlaten via een gladde kronkelweg de groene hooglanden. Na twee uren komen we aan in Ipoh, een modern stadje en een verkeersknooppunt waar we een bustransfer hebben. De steden en dorpen onderweg zijn toonbeelden van efficiëntie met alle moderne voorzieningen. Nieuwe stadswijken liggen in een groene omgeving en zijn smaakvol ontworpen, woningen beschikken over zonnepanelen en airco is heel normaal. De moskee staat overal in het midden, maar ze domineert of verstikt de samenleving niet. De verkeersinfrastructuur is een voorbeeld voor de hele wereld. De wegen zijn overal geasfalteerd zonder een scheurtje of kuiltje. Openbaar vervoer is goedkoop en bereikt de kleinste dorpen. Verkeersregels worden nauwlettend opgevolgd. Bijna nergens liggen gronden braak of zie je troosteloze wijken; Maleisië is ontzettend groen. We rijden nu over de autsnelweg richting Alor Setar dicht bij de Thaise grens. Buiten is het opnieuw tropisch warm en de zon schijnt volop. De moskeeën lopen vol. De mannen bevolken de binnenplaatsen: het vrijdaggebed is bezig.
In het station van Alor Setar staat alweer een stadsbus vertrekkensklaar voor het laatste ritje naar de ferryterminal. Het loopt als een trein: de boot naar Langkawi vertrekt binnen een half uur. Op tijd van nauwelijks een halve dag leggen we in Maleisië net zoveel kilometer af als in Myanmar in drie volle dagen!
De snelle ferry klieft door het water en om vijf uur zetten we voet aan wal. De aankomst is een beetje teleurstellend: Langkawi is een taxvrije zone en de kade is een verzameling grote witte flatgebouwen, appartementen, banken, enorme shoppingcentra die de laatste high-techspullen verkopen, café’s en een handvol luxehotels. In de haven liggen dure jachten en zeilboten aangemeerd. Dit is een paradijs voor de happy few met heel veel centen.
We hebben ons eigen stulpje al eerder geboekt via ‘HostelWorld’. De taxi stopt voor een troosteloos guesthouse aan de grote weg en een eind van het strand. Het is een rommelig en weinig aantrekkelijk onderkomen met twee warme kamertjes achterin, niet bepaald het strandbeeld dat we voor ogen hadden. De kinderen zijn duidelijk niet tevreden met hetgeen ze zien en willen hier niet blijven. Kristien en Ruben gaan op verkenning in de hoop iets beters te vinden; het is echter hoogseizoen en de meeste hotels zijn voor het weekend volgeboekt. We zeggen onze reservatie op en verliezen meteen ons betaalde voorschot voor de eerste nacht; dat moet dan maar; hier willen we geen week zitten.
In een vakantiepark is er nog een chalet vrij voor een goede prijs. Bovendien is er airco; niet onbelangrijk tijdens de zwoele nachten. Het strand ligt aan de overzijde van de straat en restaurantjes met vis op het menu zijn er in overvloed. Iedereen is tevreden.
Het is alweer donker als we de eerste maaltijd van de dag voorgeschoteld krijgen: rijst met geroosterde inktvis en een taksvrij biertje uit de hypermarkt.

Geen opmerkingen: