zondag 20 januari 2008

20.01.2008: dag 188: Langkawi - Penang



Het is hoog tijd om eindelijk van dit eiland te geraken en nieuwe horizonten te verkennen. Jasmien staat weer met beide benen in de werkelijkheid.
We beheren onze beurs zoals een goede huisvader betaamt. Er is een dure maar rechtstreekse snelle ferryboot die vanuit Langkawi naar het eiland Penang vaart. We kunnen eveneens terugvaren naar het vasteland en daar met de bus honderd kilometers zuidwaarts rijden en dan opnieuw met de korte ferry Penang bereiken. Het is allemaal wat omslachtiger maar het levert een mooie winst op of de kosten van bijna twee overnachtingen. We kiezen de tweede optie.
Om tien uur zijn we met de taxi op weg naar de haven van Langkawi.
De overtocht over een erg kalme zee naar Kuala Kedah duurt anderhalf uur.
Er zijn twee stadsbussen nodig om uiteindelijk in het intercitystation van Alor Setar te geraken alwaar een luxe-autocar naar Butterworth vertrekkensklaar staat en nog net voldoende plaatsen vrij heeft. Deze rit duurt nog eens een uur en stopt netjes aan de ferryterminal waar we na een kwartier opnieuw in de boot zitten voor de korte overzet naar de haven van Georgetown. Een taxi - die slechts vier personen mag vervoeren - levert bijna iedereen af aan ons gereserveerde Chinese hotel. Ik loop dan maar tevoet na, gewapend met de stadskaart de weg zoekend door Chinatown: 75 Travellers Lodge, twee blokken naar rechts en dan vijf blokken rechtdoor naast Love Lane.
Ja, een mens moet er wat voor over hebben om twintig euro te verdienen ...
Nadat de machtige Britse East India Compay het eiland verliet werd hun plaats ingenomen door gelukzoekers uit heel Azië; vooral Chinezen, Indiërs en Indonesiërs hebben hun stempel op het eiland gedrukt. We logeren in de Chinese wijk van Georgetown: een levend museum en een miniatuurversie van het oude China met straten vol prachtige eeuwenoude rijen handelshuizen met houten luiken die nog steeds dienst doen als winkels of pakhuizen, restaurants of goedkope hotels. Het is zweterig warm en vochtig; de lucht voelt aan alsof je je in een erwtensoep beweegt. De koele zeebries reikt niet meer tot hier. Mannen in onderlijfjes zitten op krukjes in de schaduw van de galerijen van de huizen aan lage houten tafeltjes te keuvelen bij een glas Tigerbier. Verweerde houten affiches, namen en opschriften bestaan haast allemaal uit rode Chinese karakters. In parkjes staan rijk geornamenteerde Boeddhatempels met onvriendelijk kijkende draken en lampjes in papieren lantaarns. Architectuur van een onschatbare waarde die vandaag in het eigen moederland in een snel tempo verdwijnt om plaats te ruimen voor nieuwbouw. Onze jongens vinden het prima dat dit erfgoed – door hen meestal omschreven als ‘krotten’ en ‘bouwval’ – snel plaats maakt voor eigentijdse shoppings of KFC-fried chickens.
We eten in de drukke avondmarkt waar de kleine eetkraampjes Chinese, Thaise, Indische en Maleise gerechten vers geserveren. We proberen de gelakte eend en varkenskoteletjes. Ik stel zelf een vissoepje samen door de ingrediënten die in schalen liggen zelf te verzamelen. Als ik vannacht visioenen krijg dan heb ik wellicht de verkeerde padde(n)?stoelen en zwammen uitgekozen ...

Geen opmerkingen: