maandag 26 november 2007

21.11.2007: dag 128: Kagbeni - Marpha



Om de felle winden die de Gandakivallei in de late voormiddag beginnen te teisteren, voor te zijn moeten we voor negen uur terug op weg. We verkennen nog even het oude dorp en wandelen tot aan de grenspost die de toegang verleent tot de route naar het legendarische koninkrijk van Mustang. Voor zevenhonderd dollar mag je verder wandelen; een beetje veel voor meer bergen, vinden we ...
We lopen afwisselend in en uit de rivierbedding; er is geen echte weg of pad meer; het is vervelend en moeilijk lopen op ongelijke ronde keien. Vlak voor Jomsom duiken onze kamaraden Maoisten terug op. Een echte controlepost, openlijk en uitdagend; de rode vlag wappert. We tonen ons recuutje van de eerste ontmoeting. Het meisje dat vandaag de toeristen mag afpersen wuift ons verder. Trekkers die de richting Kagbeni willen volgen moeten hun doorgang afkopen. Nauwelijks enkele kilometer verder heeft het Nepalese leger een grote basis. De Maoisten worden met rust gelaten. Het leger controleert de steden en grotere dorpen; de Maoisten zijn baas op het platteland. Voorlopig is iedereen tevreden met deze patstelling. Of dat zo blijft duren is maar de vraag. In het parlement, waar de Maoisten de grootste partij zijn wordt er weinig vooruitgang geboekt inzake regeringsdeelname en de beloofde verkiezingen die voor deze maand gepland waren, zijn voor onbepaalde tijd uitgesteld.
In Jomsom moeten we ons weer registreren: een keertje bij de politie en even verder nog eens om onze permit te controleren.
De voeten van Ruben zien er verschrikkelijk uit; hij heeft overal kleine wondjes ten gevolge van knellingen in zijn bergschoenen bij het beklimmen van de pas. In een winkeltje verkoopt Kristien de schoenen; zo zijn we van deze ballast verlost. Ondertussen is de wind in alle hevigheid toegenomen. Hij waait de vallei binnen langs de ijzige Nilgiri en Dhaulagiri met pieken van rond de 7000 meter. We moeten pal tegen de schrale wind verder richting Marpha, anderhalf uur verder door de brede keienbedding van de Gandaki.
De lucht die de afgelopen weken steeds strak blauw was, begint stillaan meer en meer te bewolken; we naderen opnieuw de groene valleien waar moessonwinden het vocht in regen laten vallen. Een grote gompa, gelegen op een heuvel kondigt Marpha aan, een prachtig dorp en een perfect rustpunt. De huisjes zijn uit steen en houten raampjes zijn gegraveerd met geometrische figuren. De straatjes zijn geplaveid en worden proper geveegd. In het midden loopt een afgedekt rioleringssysteem. Marpha lijkt een voorbeeld van goed bestuur; volgens mij is Yves Leterme hier ooit langs gekomen. Brandhout ligt netjes gestapeld op de daken. Er heerst een zekere eenvormigheid in Marpha; alle huizen zijn hetzelfde, allemaal witgekalkt en in dezelfde stijl. Zelfs de hoogte van de houtstapels is overal hetzelfde. Het dorp geeft een goede indruk van hoe Kathmandu er eertijds moet hebben uitgezien. Als Marpha een treinstation zou hebben dan zouden ze hier stipt op tijd vertrekken.
Het restaurant in ons guesthouse serveert heerlijke schotels; rösti met kaas, spaghetti en natuurlijk de onovertroffen applepie. Aan de tafeltjes zitten gasten met tevreden gezichten. De vrieskou is verdwenen; er groeien geraniums in het tuintje.
’s Avonds passeert een karavaan pony’s. De hoeven doen “klopperdeklop” op de leien bestrating. Als afsluiter drinken we een klare appelbrandewijn die gestookt wordt van de appelen die hier weelderig groeien in de omgeving.
Wat een heerlijk plaatsje!

Geen opmerkingen: