maandag 26 november 2007

20.11.2007: dag 127: Munktinak - Kagbeni



Vanmorgen zijn er geen bergpassen over te steken en dus mogen we uitslapen. We staan laat op; om negen uur: ontieglijk laat voor ons doen dezer dagen. Het is overal ijskoud en winderig in ons Bob Marley Guesthouse. De andere trekkers die hier na de lange tocht van gisteren belandden beginnen zich ook nu pas te roeren. Na een laat ontbijt vertrekken we voor een korte drie uur durende afdaling verder de vallei in naar het duizend meter lager gelegen dorp Kagbeni in de Kali Gandaki vallei. Verder noordwaarts richting China is enkel toegestaan mits een speciale en vooral dure permit.
Wat een gemak is dat zo’n lichte afdaling over een breed weggetje. Met een beetje leedvermaak zien we anderen gepakt bergop ons tegemoet stappen; het mag ook wel eens omgekeerd zijn ...
Kagbeni, voor reizigers in de Himalaja is het de “Final frontier” gelegen op de samenvloeiing van twee grote rivieren; de Kali Gandaki zal vanaf nu onze wegwijzer zijn in de komende dagen als we verder het tweede stuk van de tocht afwerken naar de lagere valleien. De Kali Gandakivallei ligt tussen de Annapurna’s en de Dhaulagiri en dat veroorzaakt een felle en droge onaangename wind die het stof in de vallei doet opstuiven. Als je goed zoekt vind je in de bedding zwarte keien die, als ze gekliefd worden, fossiele resten van ammonieten bevatten. Ooit was dit gebied een oceaanbedding!
Achter ons zien we voor het eerste de Thorung-La-pas in het wit en ondertussen minstens twaalf uren klimmen veraf.
Onderweg verkopen dorpelingen sappige harde appeltjes: heerlijk! Ons eerste fruit in dagen. De tenen en knieën doen nog pijn van de afdaling van gisteren en het is alweer hoog tijd dat we Kagbeni zien liggen. We vinden een mooi onderkomen in de “Snow Lion and Dancing Yak” in het midden van het oude dorp aan een beekje. Bladeren vallen van de bomen en overdag is het een zuinige twintig graden; de wind droogt de lippen uit, het is dan ook herfst in de Himalaja.
Het oude dorpje is een puinhoop van vervallen stenen huisjes in twee of drie verdiepingen. De eeuwenoude straatjes bestaan uit grote leistenen platen. Houtbundels drogen op de platte daken. Koeien en enkele yaks en geiten zoeken naar afval in de overdekte steegjes. Enkele winkeltjes verkopen harde gele yakkaas die lekker sterk smaakt, wat verrimpelde appeltjes en Chinees bier. Er is zelfs een Mac Yakrestaurant met de bekende M en kleuren van de illustere Mac Donalds.
Onze sherpa Lakpah is erg gevoelig aan alcohol. Na enkele glaasjes ’s avonds wordt hij bijzonder spraakzaam en begint hij, in een mix van Nepali en Engels onsamenhangde verhalen te vertellen. We ondergaan zijn gewauwel tijdens het avondeten. Na een tijd ontdekken we de rode draad in zijn verhaal: het trekkingagency in Kathmandu keert hem nauwelijks de helft van het bedrag uit dat wij eraan betalen voor zijn diensten. Dat betekent dat hij en Theez nauwelijks vijf euro per dag verdienen; het is schandalig en mensonterend. We maken hem duidelijk dat we deze zaak zullen regelen als de trektocht in Pokhara eindigt. Hij lijkt er tevreden mee.

foto volgt

Geen opmerkingen: