zondag 25 november 2007

12.11.2007: dag 119: Bagarchap - Chame



De nacht was koud en we zitten op nauwelijks tweeduizend meter hoogte. Gelukkig hebben we warme slaapzakken, maar of die de koude op grotere hoogten aankunnen valt nog te bezien. Jasmien is nu echt ziek: ze heeft felle keelpijn en slikken is bijna niet mogelijk. De medicijnen werken blijkbaar nog niet; dat heb je waarschijnlijk met pillen waar op de verpakking de aanduiding "retard" staat. Lakpah zweert bij gorgelen met zoutwater en een geel poeder uit de keuken van het restaurantje. We proberen het en wachten verder af.
Het duurt een tijd vooraleer we vertrekkensklaar zijn. Anderen zijn ons allemaal voorgegaan. In het "safe drinkingwater station" vullen we onze flessen met een nieuze voorraad veilig drinkwater. Je vindt deze stations op de hele Annapurnaroute. Het project wordt gefinancierd met de gelden die onder andere de trekkingpermits opleveren en op deze manier wordt er verhinderd dat lege plastic flessen het milieu vervuilen. Een goed project, en zo weten we meteen waaraan ons geld besteed wordt. We stappen richting Annapurna II die in de verte een beetje hoogmoedig boven alle andere toppen uitsteekt. Het pad stijgt geleidelijk en we bevinden ons nu in bossen van dennen en hoge pijnbomen. Diep beneden in de rvijn stroomt de rivier. 's Middags steken we een pas over en we bevinden on ineens in een reusachtig ampfitheater omgeven door bergpieken van boven de zesduizend meter. In een tochtig theehuis houden we lunchstop: gekookte aardappelen in de schil en Tibetaans brood moeten ons de energie leveren voor de komende drie uren naar Chame. Jasmien houdt zich, ondanks de voortdurende keelpijn zeer flink. Als we voorbij de bocht in de vallei komen doemt onverwacht het hele massief van de Annapurna II voor ons op. Vijf kilometer zichtbare bergen, ongelooflijk hoog en ongenaakbaar in de eeuwige sneeuw! Alle andere toppen zijn ineens herleid tot dwergen. Achter ons schittert de Manesluketen: zesduizend meter! Een kleintje.
Onze kamaraden Maoisten laten zich vandaag niet meer zien. Deze streek is te onguur en te moeilijk te controleren. Zij verkiezen de lagere heuvels die dicht bevolkt zijn zodat ze de steun van de dorpelingen kunnen opeisen en toegang hebben tot voedsel en onderdak. Dat hebben ze waarschijnlijk geleerd van collega-broeders Vietcongs.
Een uurtje later ligt het dorpje Chame met winkeltjes die warme kleding verkopen, een politiepost, een infirmerie en de klassieke guesthouses en restaurantjes. Na de kleine nederzettingen van de afgelopen dagen lijkt Chame een kosmopolitische stad.
We kopen meteen lange warme onderbroeken, handschoenen en mutsen: we voorzien grotere koude in de komende dagen.
Jasmien kruipt weer meteen in de slaapzak. Hopelijk verbetert de toestand morgen want terugkeren is een lange weg. In Manang kunnen we wat recupereren, maar dat is nog twee dagmarsen verder.
Eindelijk is er 's avonds wat warmte en moeten we niet om zeven uur in de slaapzak gaan liggen. In het restaurantje brandt de houtstoof en er heerst een gezellige sfeer met de andere kouwkleumende gasten bij een hete citroenthee en een stevige swiss rosti. De natte sokken drogen aan de lijn boven de kachel.

Geen opmerkingen: