maandag 26 november 2007

17.11.2007: dag 124: Manang - Yak Karka



We zijn er mentaal en fysiek klaar voor; laat de pas nu maar eindelijk komen; we lusten hem rauw ...
Onze twee sjerpa’s staan iedere ochtend als eersten klaar en steeds met een brede lach en altijd goed voor een grapje.
We vatten het eerste stuk van de 5400 meter hoge Thorung-La aan, en dat is meteen de hoogste begaanbare oversteek in de bergen ter wereld. De ochtendlucht is helder en de sneeuwpieken weerkaatsen verblindend in het zonlicht. Na het bezoek aan de bakkerij is de mand appelkoeken met twaalf stuks geslonken. We doen nog een voorraad suiker in want dat wordt een kostbaar product wat hogerop. Het pad stijgt niet meer spectaculair maar het gaat onverbiddellijk en gestaag bergop. Ademen gaat moeizaam en we vorderen met een slakkegangetje. Samen met een groep van een twintigtal fluorgele Zwitsers en wat kleinere groepjes doen we haasje-over tijdens de vier uur durende klim naar de pas. De plantengroei verdwijnt geleidelijk; enkel nog wat taaie dwergdennen en harde bodembedekkers overleven nog in dit klimaat. Kleine beekjes zijn nog bevroren in dit ochtelijk uur. In de verte horen we een hels gekraak; de gletsjer beweegt. De zon, in combinatie met de ijle lucht zorgt voor een merkwaardig fenomeen: afstanden zijn nog moeilijk in te schatten, de bergtoppen lijken bedrieglijk nabij. Menselijke bewoning houdt op; op enkele uitzichtpunten houden enkele volhouders een theehuisje open voor de dorstigen en wordt een krachtige aardappelcurry verkocht tegen woekerprijzen.
We overschrijden de vierduizend meter grens. Aan de voet van een sombere bergwand ligt Yak Karka; enkel stenen huisjes en een handvol lodges, voorlopig nog in de zon. Als deze al snel achter de berg verdwijnt is het een bitterkoude plek. De lodge heeft geen stromend water en er is geen elektriciteit meer op deze afgelegen plek. De kamertjes in het houten gebouwtje tochten. Op de helling beneden graast een kudde yaks, mooie runderen met een dikke zwarte vacht en lange haren die die tot op de grond reiken. Het enige warme plekje is in de ‘Dinner Hallo rond de stoof die gestookt wordt met gedroogde yakstront ”. Iedereen voelt zich behoorlijk goed op deze nieuwe hoogte. Sander en ik hebben ondertussen een snotvalling opgedaan als gevolg van de grote temperatuurverschillen. Jasmien is helmaal hersteld en heeft de hele wandeling op kop gelopen en Kristien is, zoals vanouds traag maar zeer betrouwbaar en oerdegelijk.
Een koude douche met water uit de emmer in een hokje bij – 5 graden is enkel weggelegd voor ijsberen en daar horen wij niet bij. Om acht uur gaan we volledig gekleed en in onze donsjassen in de slaapzak. Het wordt een koude nacht in Yak Karka of “De plaats van de Yaks”.


foto volgt

Geen opmerkingen: