dinsdag 6 november 2007

06.11.2007: dag 113: Kathmandu



Deze morgen hebben we afspraak met een organisator van trekkings. Onze twee dragers of porters worden voorgesteld: twee kleine pezige Nepalezen die gewoon op bergpaden zijn zware lasten te torsen. Zij zullen drie weken lang onze steun en toeverlaat zijn als ze ons door de Himalaya loodsen en onze last zullen dragen. Zij worden door ons per dag uitbetaald en in het loon zit hun voedsel en overnachting. Een verplichte verzekering wordt eveneens afgesloten ingeval een drager een ongeval krijgt. De wet verbiedt dat een porter meer dan vijfentwintig kilo op de rug draagt. Zelf zullen we ook ieder een dagpak dragen van een kilo of vijf, zo zijn de lasten eerlijk verdeeld ...
Na wat shoppen vinden we hetgeen we zoeken. In een van de vele trekkersshops huren we warme donsslaapzakken en winddichte jekkers met kap. Sander moet wat langer passen vooraleer hij de maat van een Yeti vindt.
Het weer moet dan wel mooi en droog zijn in deze tijd van het jaar maar niets is zeker in de bergen en dus schaffen we ons nog een regencape aan en voor iedereen UV-zonnebrillen tegen de felle zon en sneeuw. Eén van onze rugzakken begint stilaan te vergaan tot stof en as en is niet meer op te lappen. Een nieuw tweedehands exemplaar “Made in Germany” zal de oude vervangen en waarschijnlijk de rest van de reis meegaan.
Volgens afspraak telefoneer ik met de ambassade van Myanmar. Goed nieuws! De generaals zien geen graten in ons bezoek en we worden ook niet als staatsgevaarlijk aanzien, meer zelfs, het visum ligt nu al klaar en mag onmiddellijk afgehaald worden. Een visum klaar in minder dan vierentwintig uur: dat gebeurt niet vaak.
In het kantoortje zitten twee Italianen en een Chinees de aanvraagformulieren in te vullen. Tegen een wand hangt een vergeelde landkaart en oude foto’s van tempels en monniken (!) en enkele lieflijke landschappen. Een excelgrafiek toont het aantal bezoekers in 2003: de meesten kwamen uit Duitsland, Frankrijk, Taiwan en Japan. België vertegenwoordigde 0,6 percent. Achter het bureau hangt een grote banner met opschrift “Welcome in Myanmar, the Golden Land”. De gebrilde man wenst me een goede vlucht en drukt me op het hart de papieren die ik gisteren invulde en nu voorzien zijn van een aantal blauwe stempels, niet te verliezen en ze af te geven bij aankomst op de luchthaven van Yangon. De wachter staat in houding salueert en slaat de poort achter me dicht. Ik sta terug op straat met de begeerde stempel. We zullen afwachten of we hem zullen gebruiken. Mijn taxi staat er nog en brengt me terug naar het guesthouse in Thamel. Kristien en Sander zijn in de stad in een poging onze versleten rugzak toch nog te laten oplappen.
Morgen kopen we onze trekkingpermit, informerem we hier de Belgische ambassade over onze reisroute, boeken we de bus naar de bergen en overmorgen start de tocht "Around the Annapurna"
De lucht wordt donker, grijze wolken pakken samen en het begint te motregenen. Kathmandu is ineens somber. Het is kil in de kamer zonder verwarming. Vanavond nog eens langs de frituur en dan vroeg onder de wol en vanuit het bed tv kijken.

Geen opmerkingen: