maandag 26 november 2007

18.11.2007: dag 125: Yak Karka - Thorung Phedi



Ik heb de hele nacht naar lucht zitten happen. Vanaf het moment dat je indommelt gaat de ademhaling trager en komt er minder zuurstof in de longen met een luidruchtige hap als gevolg. Het is vermoeiend en frustrerend.
De anderen hebben hier weinig of geen last van. Het zullen mijn vissengenen wel zijn ...
Het is alweer ijskoud ’s morgens; het vriest stenen uit de grond. Een heel klein wasje in een kommetje water is het enige dat haalbaar is. De yaks die overnacht hebben naast de lodge hebben in hun dikke vacht geen last van de koude.
Er zijn geen symptomen van hoogteziekte te bespeuren en we kunnen dus de weg bergop vervolgen. Na een stevige pap en wat snickers als opkikker in de rugzak, zijn we om negen uur weer onderweg en we zijn niet alleen. Tientallen fluojasjes zijn al vertrokken en velen volgen het smalle paadje door een dor en onherbergzaam gebied. We lopen nu hoog tegen de bergwand; de afgrond is akelig diep, beneden stroomt de rivier. We stijgen geleidelijk boven de 4500 meter. Ademen is vermoeiend en vooruitgeraken in het stof is dat nog meer. We laten stilaan de Annapurna achter ons; nieuwe pieken verschijnen. Als we het basiskamp Thorung Pedi zien liggen weten we meteen waar de finale klim van morgen zal beginnen. Twee pony’s met twee trekkers keren terug; het koppel heeft last van hoogteziekte en moet zo snel mogelijk terug naar beneden afdalen.
Jasmien heeft last van haar voeten; twee kleine tenen knellen in de schoenen en iedere stap doet pijn. Voorlopig hebben we geen oplossing dan verder te gaan. Ruben stapt nog steeds op slippers en is dat morgen ook van plan als we de pas opgaan. We zullen dat nog wel eens bekijken als het zover is. Het basiskamp is een reeks aaneengesloten stenen barakken met primitieve ijskoude kamertjes met houten bedden en een matras. Gelukkig worden zware warme dekens verstrekt. Onze slaapzakken alleen zouden de koude niet kunnen tegenhouden. De eetruimte is gezellig warm. De prijzen op het menu zijn, net zoals de bergen, op hun hoogste niveau gekomen. Een tas heet water kost een veelvoud van gisteren, maar de grootste verrassing is het uitgebreide assortiment verse koeken en cakes die ter plaatse in de bakkerij worden gebakken. We zitten op minstens zeven dagen van de bewoonde wereld en hier eten we vers gebak in het hartje van de Himalaja op 4500 meter hoogte. Fantastisch is dat !
Naarmate de dag vordert geraken alle kamers bezet, het restaurant serveert stevige schotels die trekkers na de inspannende klim wel aanspreken.
We moeten alweer vroeg te bed is onze airconkamer. Morgenvroeg om vijf uur starten we de laatste klim naar de pas die ons al dagenlang in de ban houdt. Hopelijk is iedereen morgen in goede conditie; er is geen weg meer terug.
In het pikkedonker in de slaapzak begin ik allerlei symptomen van hoogteziekte te voelen: “Oei, doet mijn hoofd niet wat pijn of zit het al vol water? Die spaghetti ligt precies op de maag ... Zijn mijn vingers nu niet wat dikker geworden ... Ik voel me precies wat misselijk of toch niet echt ...”
Sander snurkt de slaap der rechtvaardigen.
Was het al maar ochtend ...

foto volgt

Geen opmerkingen: