zaterdag 23 februari 2008

21.02.2008: dag 220: Ende - Moni





Het regent zowat de hele nacht. De ochtend is bewolkt met een lichte neiging tot een zuinige opklaring. Beter dan dit hoeven we niet meer te verwachten. We pakken onze spullen en laten ons met de bemo naar de terminal rijden. De bus naar Maumere staat al klaar, er zijn enkele passagiers. De vloer van het busje is volgestouwd met zakken grind. Zouden ze deze artikelen nu echt ontberen in Maumere? De rugzakken worden op het rek van het dak met touwen vastgeknoopt. We nemen onze plaatsen alvast in, Door de ruimte die de zakken grind aan de voeten innemen, komen onze knieën bijna aan de oren. Om tien uur vertrekt de chauffeur voor de twee uur durende rit naar Moni. Het is een prima nieuwe en smalle asfaltweg die zich als een slang kronkelt tussen hoge en woeste heuvels begroeid met regenwoud in alle kleuren van groen. Watervallen als zilveren linten tekenen zich af op steile rotswanden. Dit is nog onontgonnen gebied. Hier en daar liggen kleine nederzettingen aan de rivier: In een stukje ontgonnen jungle staan een paar tientallen huisjes met bruin gekleurde en door vocht aangevreten verroeste zinken daken. In de directe omgeving liggen de rijstterrasjes en groenten- en fruittuintjes.
In het marktplaatsje Moni worden we aan een klein guesthouse gedropt. Er zijn kamers vrij. De omgeving is prachtig groen en de hellingen van de Kelinutuvulkaan zijn duidelijk te zien. Dit is onze bestemming; morgen willen we naar de top van de vulkaan waar drie vulkaanmeren in drie verschillende kleuren de hoofdattractie vormen van Flores.
Er is slechts één restaurantje open in het dorp; het menu is beperkt tot enkele rijstgerechten. Het wordt dus opnieuw een survivalmaaltijd: gado-gado of gekookte groenten met pindasaus, een gekookt ei en kroepoek en gestoomde rijst.
In de omgeving bevinden zich enkele dorpen met typische woningen en waar de vrouwen op traditionele wijze ‘ikat’ of kwaliteitsstoffen weven op houten weefgetouwen.
De eigenaar van ons hotelletje heeft een auto en voor een redelijke prijs brengt hij ons naar het dorp Jopu. Het imposante vijfhonderd jaar oude huis van de ‘chief’ met een spits toelopend strooien dak dat bijna tot aan de grond reikt is de blikvanger. We mogen binnen in de donkere ruimte. Een vrouw heet ons welkom en vertelt de geschiedenis en de gewoonten van de eeuwenoude animistische cultuur. Opmerkelijk in haar verhaal is de keuze voor de opvolger van de chief: zijn eerste babyzoon wordt enkele meters boven het houtvurtje van de keuken op een bamboe rekje gelegd en gerookt. Als de baby huilt (omdat de rook zijn ogen prikkelt) is het een geschikte opvolger; als hij zwijgt moet hij nog een paar andere proeven ondergaan waarbij een kippenhart in zijn mond wordt gestoken of een paar bananen tegen het hoofd worden geplet; in beide gevallen kijkt het dorp uit of de baby zal huilen. Rare jongens die animisten ...
De bevolking in Flores is van een heel ander type: de elegante, fijne Indonesische figuurtjes zijn vervangen door kleine, gespierd uitziende mensen met donkere Polynesische koppen, ruwe gelaatstrekken en kroeshaar. Flores is grotendeel katholiek met animistische trekjes. In het midden van het dorp staat een katholieke kerk en de kinderen gaan naar de Sao Thomasschool; erfenis van de Portugese aanwezigheid in Indonesië. Vele jeugdigen dragen westerse kapsels, jongens hebben oorringen, piercings en tatouages en luisteren naar reggay en Amerikaanse rappers. Ze lijken een jeugd op drift en velen gedragen zich nogal losgeslagen.
In Jopu staan nog enkele prachtige van deze laatste ‘hooimijthuizen’. Tegenwoordig is het veel te duur om dergelijke woningen te bouwen en te onderhouden. Beton en zink zijn goedkoper en hebben de traditionele huizen bijna allemaal vervangen.
Een hele dag droog blijven zit er niet in: de wolken zijn zwaar en in de vooravond begint het te regenen. Hopelijk is het morgenvroeg terug droog want we willen een wandeltocht van de vulkaantop terug naar Moni maken.

1 opmerking:

Anoniem zei

Even reageren op het uitzicht van de Flores bevolking.
Hun uitzicht is eerder Melanesisch ipv Polynesisch.
We genieten van jullie verhalen en 'voelen' de tropische regen . . . (en denken met heimwee aan onze eigen tropentijd).
Groetjes uit het nu heerlijk lenteachtige Genk!
Familie Withofs