zaterdag 2 februari 2008

01.02.2008: dag 200: Parapat - Jakarta



De gsm rinkelt ons om zes uur wakker. Parapat slaapt nog en ook in onze hotelreceptie is er om zeven uur niemand van dienst. Het ijzeren hek dat toegang geeft tot de uitgang is afgesloten met een hangslot. We kunnen ‘ontsnappen’ via een zijtrap als we de potten met planten van een muurtje halen, ze op de grond zetten en vervolgens over het muurtje wippen.
De taximan is te laat: hij zit nog aan de koffie als ik naar het kantoortje loop om hem te verwittigen dat we gepakt klaar staan.
Onderweg moeten we onze chauffeur regematig op enkele elementaire verkeersregels wijzen: niet te snel, geen dubbele doorlopende witte lijn overschrijden om in te halen, tegenliggers niet hinderen, oppasen voor kindjes langs de weg ... hij moet er telkens heel hard om lachen ... de idioot!
Medan blijft een verschrikkelijke chaotische stad en ik plaats ze met stip op één als ‘meest te mijden plaats in Azië’.
We zijn ruim op tijd als we uitstappen in ‘Medan Polonia Airport’ midden in het centrum van de stad. De luchthaven werkt maar op halve kracht: een tijd geleden heeft een vliegtuig verkeerdelijk het dak van de plaatselijke KFC als landingsbaan gekozen en zich vervolgens in de terminal geboord. De resten zijn zwartgeblakerde resten muur en stukken verwrongen staal. De Stichter-Met-Het-Strikje lacht nog even vrolijk op de affiche tussen het puin. Een inderhaast opgetrokken hangar doet nu dienst als ‘Domestic Airport’. Het is er verdacht druk: honderden mensen proberen in te checken bij de verschillende prefab-balies. Dit ziet er niet goed uit .. en inderdaad, ons optimisme wordt al meteen de kop ingedrukt als het Air Asia-meisje met de vuurrode polo bij het inchecken vertelt dat ons vliegtuig een vertraging van onbepaalde tijd heeft: de inkomende vlucht uit Jakarta is zelfs nog niet vertrokken omdat de luchthaven aldaar gesloten is wegens het slechte weer, beter nog: Jakarta Airport staat onder water en geen enkel vliegtuig stijgt er op of kan er landen. Ze vertelt het met zo’n brede oriëntaalse smile dat je er niet om kunt kwaad worden. OK. da’s duidelijk, dan wachten we toch gewoon de hele dag ... “Thank You very much!”
Dit wordt dus weer een lange dag! Gelukkig is er een tweede onbeschadigde KFC aan de overzijde bij de ingang van de luchthaven langs het benzinestation en behoorlijk ver van een landingsbaan. Dit wordt onze stek voor de komende uren wachten en we moeten ook niet ver lopen voor een stukje kip.
Nadat we meer dan genoeg verteerd hebben in onze KFC, biedt Air Asia ons een sorrypakket aan bestaande uit een volledige avondmaaltijd.
Het vliegtuig vertrekt uiteindelijk dan toch om half zeven, we zien de zon nog net achter de horizon verdwijnen en na een twee uur durende vlucht over Sumatra landen we op de schoongemaakte ‘Sukarno Hatta’ luchthaven van Jakarta. De lucht wolkenloos en helder.
We zijn er dan toch eindelijk!
Er wacht ons nog een zeer onaangename verrassing; Jakarta is onbereikbaar: de afgelopen paar dagen heeft het onophoudelijk geregend en de wegen van de luchthaven naar het dertig kilometer verre centrum zijn geblokkeerd door een gigantische lange stilstaande file. Het is niet mogelijk! Samen met duizenden reizigers zitten we geblokkeerd in de aankomsthal wezenloos en moedeloos voor ons uit te staren. Aan de uitgang wachten nog eens honderden reizigers op vervoer dat niet komt opdagen. Er zijn geen bussen of taxi’s naar de stad, alle taxi’s en bussen zit ergens vast; we moeten wachten maar niemand weet hoe lang; chaos heerst, er is geen informatie. Alle hotels in de wijde omgeving van de luchthaven zijn volgeboekt omdat de stad onbereikbaar is. Ik loop alle luchtvaartmaatschappijen af op zoek naar een vlucht naar eender waar in Java, maar ook hier vang ik bot: vliegtuigen vertrekken niet meer, vluchten zijn afgelast of zitten vol tot morgenavond. Welkom in Java! Wat een doffe ellende!
Een bus van ‘Garuda Airlines’ vertrekt naar een busterminal aan de rand van Jakarta; we mogen gratis mee en hopen elders een hotel voor de nacht te vinden. We rijden al meteen door bruin water dat op plaatsen een halve meter hoog staat en de huizen binnenstroomt. Mensen waden kniehoog en wijzen het verkeer doorgangen op de weg die door het water niet mee zichtbaar is. Auto’s en brommers geraken moeizaam verder en al gauw staan we stil in een enorme file en ver van het busstation. Iedereen verlaat de bus en probeert op eigen kracht en te voet een vervoermiddel te vinden. We volgen met onze rugzakken de mensenstroom langs een donkere vierbaansweg tussen het stilstaand verkeer en wanhopig toeterende bestuurders ergens in een naamloze buitenwijk van Jakarta. Brommers en auto’s staan stil in een eindeloze verkeerschaos in het water op en langs de weg. De bestuurders zitten langs de baan gehurkt te wachten. Nergens is er politie of brandweer te bespeuren; zitten waarschijnlijk ook vast. Het is ondertussen middernacht; een complete nachtmerrie! Hoe geraken we nu nog weg of terug? Dit ziet er niet goed uit! We zitten als ratten in de val.

1 opmerking:

Anoniem zei

Ja dat is een echte nachtmerrie... Ik kan erover meespreken ;-) Maar het geeft niet, zie het zo: Er is altijd een eerste keer voor alles! En dat heb je zeker vaak tegen julliezelf moeten zeggen toen jullie in Indonesië waren hé? hahaha :-D