zaterdag 9 februari 2008

09.02.2008: dag 208: Pangandaran - Yogjakarta


Het is een lange weg van vierhonderd kilometer naar Yogja over een constant slingerende weg door de groene heuvels van Java of minstens negen uren met de bus. Uitgesloten: een combinatie van een uurtje bus en drie uren treinen door het laagland is een betere optie.
De chauffeur die ons gisteren rondreed naar de bezienswaardigheden kan ons aan een treinticketje (bisnisclass) helpen voor een vriendenprijsje en hij rijdt ons ook het uurtje naar het treinstation. Da’s nog eens vriendelijk; we kennen de kerel en geloven hem op z’n woord, bovendien hoeven we ons dan geen zorgen te maken met het zoeken naar vervoer. In het stationnetje van Sidareja zien we dat we een oor aangenaaid kregen. De kerel rekende ons meer dan het dubbele aan dan het ticket aan het loket in het station kost. Geld terugkrijgen zit er niet meer in; we slikken de smoes niet dat hij extra heeft moeten betalen om de trein speciaal voor ons te doen stoppen!! “Zeg dat nog eens?” De gepatenteerde sjoemelaar knippert zelfs niet met de ogen; hij heeft dat verhaaltje al zo dikwijls verkocht. “Have a nice trip”, en hij is weg. Vervloekte leugenaar! Dat betekent dat we hem gisteren waarschijnlijk ook teveel betaalden voor het ritje.
De eerste Indonesiër met een busje of die Hollands spreekt en ons wil rondrijden krijgt van ons voortaan een brandmerk op het voorhoofd met de boodschap “I’m a cheater” ...
Onze Franse vriend wacht eveneens op het perronnetje op dezelfde trein en aanhoort - met enig leedvermaak (‘haha, ces petites Belges’) - ons droeve verhaal. Hij nam de bus en kocht zijn biljetje aan het loket, zoals iedereen dat doet. OK, OK, wij wisten ook wel dat het zo hoort ... (‘don’t rub it in man...’) ... Een flinke tropische stortbui doet ons gemoed onder het vriespunt dalen.
De trein is een half uurtje te laat. Er is meer dan genoeg plaats in de ‘bisisclass’ (voor dat geld reden we trouwens quasi het hele Indonesische spoorwegnet door ...)
Onze boeken verzetten de sombere gedachten om zoveel naïviteit als we door het mooie Javaanse landschap rijden. Eindeloze symmetrische rijstvelden in het vierkant of rechthoekig, gescheiden door lemen dijkjes die het water naar alle paddi’s verdelen. Strooien afdakjes zorgen voor onderdak voor de zon of de regen. Boeren staan gebukt in de modder en wieden met de hand onkruid of planten de groene stekjes jonge rijst. Rijen bomen breken de groene zee. Het land is vruchtbaar en levert twee oogsten per jaar.
Aan de horizon staan vaag en grotendeels verborgen in lage wolken en mist de heuvels en vulkanen.
Yogjakarta: '88 metres above sealevel' staat er op een plaatje op 't perron. Inderdaad die kleine honderd meter maken het verschil tussen stomend vochtig en aangenaam vochtig weer.
Ons gereserveerde guesthouse blijkt een somber hok te zijn in een klein steegje; donker, amper lucht, geen ramen en heet. Hier in deze gevangeniscel gaan we niet vrijwillig blijven. Andere logementen blijken vol te zitten: Chinezen vieren hun nieuwjaar en hebben alle beste bedden ingenomen. Het is ook altijd wat met die feestdagen! Waarom vieren die Chinezen niet gewoon nieuwjaar op 1 januari zoals iedere andere aardling dat doet?
Enig zoeken levert een paar mooie kamers op in het centrum. Handdoeken en bovenlakens worden wel niet geleverd; koffie is gratis maar melk is niet verkrijgbaar. Je houdt het niet voor mogelijk ...
“Hello!” Een vriendelijke chauffeur biedt ons een ritje met zijn busje aan, morgen naar Borobudur “special for your family, and a very good price”.
“Weet je waar jij die ‘very good price’ kunt steken?” ....
Modderstromen, tsunami's, vulkaanuitbarstingen, aardbevingen en overstromingen: voor natuur-in-beweging moet je in Java zijn. We logeren pal onder de aanvliegroute van de luchthaven. Passagiersvliegtuigen scheren brullend over onze hoofden. 'Garuda', de Indonesische luchtvaartmaatschappij staat op de internationale zwarte lijst ...

Geen opmerkingen: