zaterdag 23 februari 2008

19.02.2008: dag 218: Bali – Flores (2)



Het blijft de hele nacht zwoel in onze kajuit; de airco doet het niet zoals het hoort, enkel wat ventilatielucht wordt door de opening geblazen. De zee is rustig en het schip volgt zachtjes de bewegingen van de golven. Tussen slapen en waken horen we om vijf uur het klaaglijk gezang van de muezzin door de luidsprekers; het is tijd voor het ochtendgebed. De stem klinkt over alle dekken van het schip en weergalmt verder in de eindeloze en donkere oceaan. Het is een mooie gewoonte. Enkele passagiers zullen intussen in de moskee op dek drie zitten.
Zoals beloofd worden we om half zeven gewekt voor het ontbijt. Iedereen geraakt maar met moeite uit bed, zweterig en loom van de warmte. Na de douche kunnen we aan de slag om een berg rijst en een gebakken eitje te verwerken. Een halve liter koffie bespoedigt dit proces. In de ‘ekonomi’ zit ook iedereen aan het vroege ontbijt: een bakje rijst met een gele vissekop.
Dadelijk worden alle bakjes verzameld en vanaf het achterdek meteen in zee gekieperd; enkele honderden witte en onzinkbare piepschuimen bootjes drijven in het kielzog van de‘Awu’.
Vannacht hebben enkele lange vingers het hout van een kist mandarijntjes losgetrokken en de inhoud ervan wat lichter gemaakt,
Overdag is er op de boot weinig activiteit; passagiers uit de ekonomi gaan terug op hun houten platforms liggen of zitten op buiten op de banken van de promenade. In het cafetaria helemaal boven speelt een tv constant Indonesische karaokemuziek. Het restaurant, dat overdag dicht gaat is de enige koele ruimte op het schip. We nestelen ons hier - als enige passagiers met die permissie - in de gemakkelijke stoelen en lezen wat; de kajuit is te warm.
Het middageten is vroeg; rijst, tonijn, kip, groenten en verse papaya als dessert. Het kleine podium is vrijgemaakt en achter het keyboard speelt een muzikant, het meisje naast hem zingt enkele Ameriaanse evergreens: ... “I did it my waaaaaay” .... Rode en gele lichtjes flikkeren aan het plafond. De enige Indonesische passagier plaatst zich met de rug naar de muzikanten aan tafel. Het wordt een privévoorstelling want er is niemand anders in het restaurant. Als de kinderen van tafel gaan houden zij het ook voor bekeken: ‘Have a nice meal!’ en het schuifgordijn gaat dicht.
Sander en Ruben hebben tijd voor wat studiewerk, maar de temperatuur aan boord is niet van die aard om dat lang vol te houden. Kristien schrijft haar wekelijkse nieuwsbrief en Jasmien verdiept zich in Spaanse woordjes. Op tv put Steven Segal zich uit om een stelletje boeven uit te schakelen.
De lucht zit helemaal dicht en zelfs op het dek is er geen zuchtje frisse wind. Het eiland Sumbawa schuift in grijze nevels gehuld traag voorbij. Het begint te regenen en het water gutst over het dek. Ook nu blijft het warm buiten. De eigenaar van de mandarijntjes blijft op post bij zijn kisten, waarschijnlijk de hele komende nacht,
Het avondeten is een kopie van deze middag. Het tweemansorkestje verschijnt opnieuw; passagiers uit de ekonomi komen in het restaurant een moedelsoepje consumeren en genieten van de Indonesische schlagers; voor ons tijd om op te stappen ...
Tijdens de nacht legt het schip aan in een haventje in Sumba; we horen de nieuwe passagiers hun geliefden uitwuiven aan onze patrijspoort. Daarna is het opnieuw stil en varen we verder over de donkere zee richting Flores. De scheepsmotoren ronken zachtjes ver beneden in het ruim.

Geen opmerkingen: