vrijdag 15 februari 2008

14.02.2008: dag 213: Cemoro Lawang - Gilimanuk



Bromo en omgeving zitten deze morgen nog steeds verborgen in wolken en nevels met neiging op beterschap. Hierop gaan wij niet meer wachten. Met het minibusje rijden we de dertig kilometer van tweeduizend meter naar zeeniveau. Dat levert ons als beloning weer onbeperkt zweten. De warme kleren worden weer opgeborgen ergens diep in de rugzakken. Het treinticket naar het uiterste oosten van Java geeft weer recht op een zitje eerste klas en ’s middags zijn we weer onderweg voor de laatste rit in Java.
Als je met de trein door het platteland van Java reist is het alsof je je constant in een tuin van eden waant: een tropische plantentuin, groen en weelderig. Kamerplanten die thuis in de serres van plantencentra staan, groeien hier als onkruid. Nergens in de wereld is het land vruchtbaarder dan in Java. Naast de onvermijdelijke rijstvelden groeien de ramboetanbomen, een variant van de lychee, die in onze Chinese restaurants nogal eens op het dessertmenu staan. De takken vol met rijpe bossen rode vruchten met een stekelige schil worden met bamboepalen ondersteund. Papajabomen, ananas, salakstruiken met een bruine schil die op een slangenvel lijkt en een beetje de smaak van appels heeft, bananenbomen markeren de grens tussen eigendommen. Op grotere hoogte groeit koffie, cacaoboompjes staan in de schaduw van grotere mangobomen of kokospalmen. Mais en suikerriet groeien op de drogere stukken grond. Groenten kunnen constant geoogst en geplant worden en leveren meerdere oogsten per jaar. Water is er in overvloed. Een land van melk en honing.
In een restaurant belandt er nooit iets van dit lekkers op ons bord: het menu is altijd hetzelfde; de keuze en de kookkunde beperkt zich tot het beruchte nationale gerecht: ‘nasi goreng’ of gebakken rijst met bovenop een in olie gebakken ei, een schijfje komkommer en een stuk kroepoek. Brrrr ....
’s Morgens vroeg lepelt de hele Indonesische bevolking dergelijke schotel op. De andere mogelijkheid is ‘mie ayan’ of noedels uit een pakje met een minuscuul stukje gekookte kip en een stengel spinazie of een blaadje kool. Moslimrestaurants serveren smakeloze drooggebakken kip of vis, gekookte en uitgelekte spinazie in een zuurpikante saus, hardgekookte eieren in currysaus en witte of gebakken rijst. Wat een tristesse, die keuken; waar zijn al die vruchten van het land? Volgens mij voeren ze alles op aan de geiten ...
Terminus Banyuwang en Java. Aan de overzijde ligt Bali!
De ferryboten varen de hele dag en nacht, Na een korte overzet van een half uur zetten we voet aan wal in Gilimanuk, een typische ferryhaven met alle drukte die daarbij hoort. We zouden nog verder kunnen tot Den Pasar, maar het wordt algauw donker en we besluiten hier te overnachten; het is genoeg geweest voor vandaag.
We maken van ons hart wederom een steen en nuttigen een variant van het nationale gerecht in “Warung Muslim”. Nergens is er een biertje te vinden! Maar morgen er is beterschap op komst: Kuta: here we come (again)!!!
Het regent vanavond opnieuw, weliswaar warme druppels maar net zo nat ...

Geen opmerkingen: